In mijn praktijk worden kinderen onderzocht en behandeld met allerlei typen leer- en gedragsproblemen. Als na onderzoek vastgesteld is, dat er sprake is van bijvoorbeeld ADD of dyslexie, wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Met een keuze uit een veelheid aan behandelmethodes kan een plan op maat worden gemaakt. Maar toch loopt het vaak anders dan gedacht. Kinderen reageren soms onverwachts en voor ouders blijkt het lastig afspraken of huiswerkopdrachten uit te voeren. Ouders rapporteren gedragingen en emoties bij hun kind (en zichzelf) die de behandeling in de weg staan: boos, opstandig, angstig, verdrietig, afhankelijk of onverschillig. Het is duidelijk dat tijdens de behandeling ook aandacht moet zijn voor het ondersteunen van ouders bij de aanpak thuis.
Dus ben ik op zoek gegaan naar ondersteuning voor ouders om het lastige gedrag aan te pakken. In de serie Opvoedwijzers van uitgeverij Hogrefe kwam ik veel bruikbaars tegen over het omgaan met aandachtsproblemen, planningsproblemen en ontregeld gedrag. In deze Warm aanbevolen een beschrijving van het boek Opvoedwijzer overweldigende emoties en hoe te leren omgaan met emoties, impulsen en explosief gedrag. De twee Amerikaanse auteurs werken al jarenlang samen. Harvey is een psychotherapeute, geschoold in cognitieve gedragstherapie en geboeid geraakt door de dialectische gedragstherapie (afgekort tot DGT). Penzo is als moeder van een dochter met emotionele ontregeling in het hulpverleningstraject in aanraking gekomen met Harvey. Ze heeft daarna haar ervaring in haar eigen hulpverleningspraktijk ingezet. Samen hebben ze dit boek geschreven waarin ze hun kennis delen.
De inleiding vermeldt dat ouders van kinderen met onbeheersbaar gedrag het moeilijk vinden goede en effectieve begeleiding te vinden. Vaak krijgen ze tegenstrijdige adviezen die geen recht doen aan de ernst (‘maak je maar geen zorgen, het is een fase’, ‘wees niet zo streng’ of juist ‘pas eens meer discipline toe’). Ook ervaren ouders krijgen vaak de schuld door hun niet adequate opvoeding. Vaardigheden die aangeleerd worden in DGT blijken effectief voor ouders en ook overdraagbaar naar de schoolsituatie. Het boek heeft een toegankelijke schrijfstijl, geen opsomming van stoornissen, geen ingewikkelde theorieën, maar maakt gebruik van herkenbare en relatief eenvoudige probleemsituaties. Voorbeelden betreffen kinderen die niet naar of uit bed willen, die boos worden als ze moeten stoppen met een computerspel, die chagrijnig thuis komen na het spelen bij een vriendje maar niet willen zeggen wat er aan de hand is, enzovoort. Voorbeelden van (begrijpelijke) reacties van ouders worden weergegeven met daarbij de effectievere alternatieven vanuit de DGT. De lezer wordt gevraagd eigen situaties te noteren en gedragsalternatieven te formuleren. Voorbeelden en centrale begrippen staan in een kader en ook de opdrachten worden aantrekkelijk gepresenteerd.
Bij het bekijken van de verwijzingen (literatuur, websites) wordt duidelijk dat DGT vooral toegepast wordt bij complexe stoornissen als borderline, persoonlijkheidsstoornissen en fobieën. Op de GGZ-sites waarnaar verwezen wordt, valt te lezen dat dialectische gedragstherapie een cognitieve gedragsbehandeling is, ontwikkeld voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS). Het is een knappe prestatie om een behandeling voor complexe stoornissen te vertalen naar eenvoudige situaties waarbij (nog) geen sprake is van een stoornis en de aanpak een preventieve werking kan hebben. Ook complexe stoornissen kennen een begin en door beter in te spelen op de behoeften van een kind dat zijn emoties niet goed kan reguleren, kan erger worden voorkomen. Door de combinatie van de laagdrempeligheid en de wetenschappelijke onderbouwing die vooral uit de literatuurverwijzingen blijkt, is het een bruikbaar boek.
Het boek bestaat uit vier delen. In deel 1 wordt het begrip emotionele ontregeling uitgelegd. Predispositie, een erfelijke factor, maakt dat op emotionele situaties heftig gereageerd wordt. Dit heeft direct gevolgen voor de omgeving. Heftige reactie van het kind overweldigen de ouders en zij ontberen een passende reactie. Zo is er sprake van een biosociale achtergrond. Om effectief te kunnen reageren, is het van belang zicht te krijgen op het ‘emotieverhaal’. Het gaat hier om het geheel van omstandigheden, gebeurtenissen, gedachten en lichamelijke gewaarwordingen. Risicofactoren (vermoeidheid) en triggers (treuzelend kind) kunnen emoties (ergernis) versterken net als bepaalde gedachten (weer te laat komen) of lichamelijke sensaties (bonzend hart). Het gedrag is dan een optelsom van dat alles. Door goed te analyseren, komt er zicht op het emotieverhaal van de ouder en van het kind. Door bijsturing kan de afloop wijzigen. In heldere stappen staat verwoord hoe ouders nieuwe reactiepatronen kunnen aanleren.
In deel 2 staat het reageren op gevoelens van het kind centraal. Ouders leren herkennen wat triggers voor het kind zijn. Het leren uiten en bespreken van gevoelens vormt een belangrijk onderdeel in het leren omgaan met emoties. Erkenning van de emoties en bevestiging van het kind dragen ertoe bij dat een kind zich niet afgewezen zal voelen. Voorspelbaarheid en dagelijkse routine verkleinen de kans op emotionele uitbarstingen net als kalmerende activiteiten. Ook het leren accepteren dat problematische situaties blijven bestaan is zinvol, zoeken naar afleiding is dan een van de mogelijkheden. Duidelijk is dat ouders niet alles zelf kunnen opvangen. Als de emoties tegen het kind zelf gericht zijn (bijvoorbeeld bij zelfbeschadiging), moet professionele hulp ingeroepen worden.
Deel 3 behandelt het reageren op het gedrag van het kind. Hier komen de principes uit de cognitieve gedragstherapie (oorzaak-gevolg, straffen, belonen) aan bod. Het stellen van grenzen en hanteren van regels is belangrijk, zo nodig in contractvorm. Aandacht wordt besteed aan het effectief reageren op woedeaanvallen. Als de problemen zich ook op school voordoen, is effectieve communicatie met de leerkracht van groot belang. Er wordt ingegaan op de voor- en nadelen van etikettering. Het onderwerp huiswerk komt ook aan bod.
In deel 4 ten slotte wordt aandacht geschonken aan het gezin. De ouder wordt omschreven als een evenwichtskunstenaar die oog moet hebben voor de belangen van alle gezinsleden. Heftige uitbarstingen van een kind hebben grote impact op het functioneren van het gezin en de familie en adviezen worden gegeven hoe hier mee om te gaan.
De concrete oefeningen in het boek ondersteunen een praktische toepassing in de begeleiding van ouders en kinderen, daarom warm aanbevolen voor opvoeders en professionals.