Pedagogiek
in praktijk

WAAROM WE DE TOEKOMST NIET KUNNEN VOORSPELLEN (REDACTIONEEL PIP 113, FEBRUARI 2020)

Er is eind vorig jaar veel aandacht besteed aan de roman Een huwelijk in 2020 van Maurits Wagenvoort. In het boek, dat in 1923 uitkwam, waagde de auteur zich aan een gedetailleerde voorspelling van hoe onze wereld er vandaag de dag uit zou zien.


Vijf jaar na de Eerste Wereldoorlog besteedde hij ook aandacht aan de internationale politieke verhoudingen. Lijkt onze huidige samenleving op de utopische schets die Wagenvoort gaf? We zien vandaag weinig terug van zijn op socialistische ideeën gestoelde beeld. Het kapitalisme is allesbehalve afgeschaft en laat zich, bijvoorbeeld in de slavenarbeid binnen in de distributiedozen langs onze snelwegen, juist van zijn allerlelijkste kant zien. Kinderen worden niet door de staat opgevoed. Dat is maar goed ook, maar in tegenstelling tot Wagenvoorts kindertuinen moet er in de kinderdagverblijven in onze huidige binnensteden met vierkante meters worden gewoekerd. Ook gaat het eten niet in de vorm van pastilles naar binnen, maar kunnen we genieten van uiterst gevarieerde voeding. Wagenvoorts multiculturele samenleving is veel minder problematisch dan de onze. Jongens en meisjes lopen tot een bepaalde leeftijd naakt door elkaar en noch van de huidige seksualisering, noch van de huidige verpreutsing is in Een huwelijk in 2020 iets te bekennen. De enige echt verrassende voorspelling die is uitgekomen is de beeldtelefoon. Op de ‘fotofoon’ kunnen we in het 2020 van Wagenvoort van tevoren aangekondigde gebeurtenissen elders in beeld en geluid live volgen. Via dat apparaat kunnen we ook de krant lezen en onze boodschappen bestellen. Het is niet veel, maar de voorspelling van internet honderd jaar geleden is zeker niet niks.

In de wetenschap worden toekomstvoorspellers niet echt serieus genomen. Aan universiteiten heeft de futurologie nooit vaste grond onder de voet gekregen. Voor overheden is een degelijke oriëntatie op de toekomst vanzelfsprekend onontbeerlijk. In strategische beleidsstudies worden in het algemeen een aantal mogelijk scenario’s uitgewerkt, maar die kunnen geen andere basis hebben dan analyses van historische en huidige ontwikkelingen. Heel vaak lopen overheden dramatisch achter de feiten aan omdat bestuurders bepaalde feiten niet onder ogen willen zien. Vermeldenswaard zijn in dit verband de voorspellingen van Han Entzinger over de ontwikkelingen van onze multiculturele samenleving. In 1975 had hij al gezien dat de gastarbeiders – zoals ze toen nog werden genoemd – niet naar hun land van herkomst zouden teruggaan. In 1989 gaf hij onomwonden te kennen dat de Middellandse Zee in de naaste toekomst niet breder zou blijken dan de Rio Grande (de rivier tussen Mexico en de VS). De immense vluchtelingenstroom groeide vanaf 2007 uit tot wat velen als een van de grootste problemen van het Europese continent beschouwen.

Recent is er ophef over het werk van Ingo Piepers die zegt het begin van de Derde Wereldoorlog tot op het jaar nauwkeurig te kunnen voorspellen. Het uit de weg ruimen van de Iraanse generaal Qassem Soleimanie op 3 januari 2020 vertoont inderdaad gelijkenissen met de moord op de Oostenrijks troonopvolger Franz Ferdinand op 28 juni 1914, die de aanleiding vormde van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zes weken later, maar die kunnen natuurlijk niet doorslaggevend zijn. Piepers neemt een opeenvolging van oorlogen waar, die hij systeemoorlogen noemt, omdat ze een nieuw internationaal politiek-sociaal systeem met een nieuwe wereldheerser tot stand brengen. Dat geldt inderdaad voor de voorgaande wereldoorlogen, maar of dat iets zegt over het ontstaan van de volgende is natuurlijk de vraag. Bij Wagenvoort ging het om inhoudelijke utopische bespiegelingen die een eeuw geleden helemaal niet ondenkbaar waren. Bij Entzinger ging het – zeker bij het niet terugkeren van de gastarbeiders – om een empirisch goed te onderzoeken hypothese. Piepers neemt op wereldschaal een cyclisch proces waar van oplopende spanning en ontlading. Zijn voorspelling baseert Piepers op de soliditeit van natuurwetenschappelijke theorieën en daar zit wat mij betreft precies het probleem. De complexiteitstheorie waarvan hij een aanhanger is, is uitermate vaag en ondoorgrondelijk en de wetten van de thermodynamica, die hij op zijn onderwerp van studie van toepassing acht, zijn dat mijns inziens – juist vanwege de bijzondere complexiteit van de sociaal-historische werkelijkheid – uitdrukkelijk niet.

Nog even terug naar Wagenvoorts verbluffende voorspelling van internet. Kenmerk van Wagenvoorts fotofoon was dat die, net als de toenmalige telefoon, nog niet mobiel was. De echte revolutie is namelijk die van de smartphone die vanaf 2008 onze arm een oneindig bereik gaf. Het internet, zoals Wagenvoort het zag, was nog niet in staat om onze sociale verhoudingen ingrijpend te wijzigen en het kapitalisme extra elan te geven. Dat deden de social media en de social platforms met hun niet te stuiten gebruik van kunstmatige intelligentie en Big Data. Daarvan kon Wagenvoort zich een eeuw geleden onmogelijk een voorstelling maken.

Bas Levering, hoofdredacteur



Naar homepage