Tijdens mijn promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht (Rejaän, 2022) onderzocht ik bij adolescenten met gescheiden ouders hun sense of belonging: een fundamentele menselijke behoefte om relaties met anderen aan te gaan en ergens bij te horen (Baumeister & Leary, 1995). In een gemiddelde middelbare schoolklas heeft zo’n 20-25% van de jongeren een (echt)scheiding meegemaakt, waarna jongeren steeds vaker opgroeien in twee huizen. Hoewel jongeren zo kunnen profiteren van contact met beide ouders, biedt het tijdens een ontwikkelingsfase waarin de focus ligt op identiteitsontwikkeling ook uitdagingen. Bovendien vergroot het de kans op toekomstige veranderingen in de gezinssamenstelling en woonsituatie. Een scheiding moet daarom niet slechts beschouwd worden als een tijdelijke stressvolle gebeurtenis, maar als context waarmee jongeren blijvend te maken hebben. Een sterk thuisgevoel kan dan een bron van veerkracht zijn.
Lees hier het artikel of de complete PIP via Pedagogiek Digitaal of word abonnee.