Pedagogiek
in praktijk

Pubers moeten puberen

Hersenonderzoek laat zien dat pubers niet anders kunnen dan puberen. Ontwikkelingspsychologe Eveline Crone van de Universiteit Leiden doet onderzoek naar de ontwikkeling van de hersenen bij adolescenten en schreef daar een boek over: Het puberende brein. Justine Pardoen van Ouders Online sprak met haar.


Hoe lang duurt die puberteit eigenlijk?

Puberteit is de periode van de geslachtelijke rijping die zich uit in de verandering van het lichaam. Dat is grofweg tussen tien en veertien jaar. Maar de periode van de rijping van de hersenen duurt heel veel langer, wel tot je vijfentwintigste, zo weten we nu uit ons onderzoek. Een ouder moet een flink aantal jaren rekening houden met het feit dat de hersenen van hun kinderen nog niet volwassen zijn. En dat terwijl we vroeger dachten dat die hersenen al klaar waren als ze naar de middelbare school gingen en dat hun gedrag alleen een kwestie van bijschaven was.

Hoe kan een ouder of een leraar rekening houden met dat rijpende puberbrein?

In het algemeen kun je zeggen dat de adolescentie een riskante periode is. Pubers zijn heel kwetsbaar, omdat de verschillende hersengebieden zich niet in hetzelfde tempo ontwikkelen. Om een voorbeeld te geven: ze krijgen een enorme behoefte aan ‘kicks’, aan spanning. Vaak zoeken ze die op door gevaarlijke dingen te doen. Ineens moeten ze skaten over brugleuningen, nemen ze meer risico’s, willen ze gruwelijke films zien, gaan ze gokken, of zoeken ze grof geweld op in games.
Het centrum in hun hersenen dat reageert op dit soort prikkels heet de nucleus accumbens, het beloningscentrum. Bij pubers is dat gebied extra gevoelig. Bij volwassenen wordt die nucleus accumbens in toom gehouden door de frontale cortex, het hersengebied waarmee mensen bedenken dat het soms niet slim is om iets te doen. Maar dat gebied is bij pubers nog niet zo efficiënt georganiseerd en bovendien communiceert dat deel niet optimaal met het beloningsgebiedje waar dat lekkere gevoel zit.
Het beloningscentrum is al aan het werk bij de gedachte aan spanning alleen! Pubers voelen hierdoor vaak helemaal geen remming als er iets ‘lekkers’ voorbij komt, of ze voelen het pas achteraf. Te laat dus. Het gevolg is dat pubers juist veel gevoeliger zijn voor allerlei soorten verslaving dan jongere kinderen of volwassenen. En juist in deze periode komt alles voorbij aan spannende risico’s, van alcohol, drugs, tot spannende dingen waar je in groepsverband ineens in verzeild raakt.

Een ander voorbeeld is dat ouders zich zo vaak ergeren aan het slaapgedrag van een puber. Hangen op de bank, hele ochtenden verslapen. Komt dat ook door hun hersenen?

Ja, het is duidelijk dat pubers vanaf ongeveer hun twaalfde jaar steeds later op de dag slaap krijgen. Ze kunnen dus vaak niet slapen als hun ouders dat willen. En dat terwijl hun hersenen juist in deze periode van rijping veel meer slaap nodig hebben. Slaap is heel erg belangrijk voor puberhersenen, die zijn heel hard aan het rijpen als een puber slaapt.

U vertelt in uw boek veel over wat pubers nog niet kunnen, maar u legt ook veel nadruk op het feit dat ze juist in deze fase tot unieke prestaties kunnen komen. Bedoelt u dat we pubers niet serieus genoeg nemen?

Die kans bestaat inderdaad. Het is dan wel zo dat puberhersenen nog niet zo efficiënt zijn als die van volwassenen, maar daar zit ook een positieve kant aan: pubers hebben veel lef en kunnen met zeer verrassende ideeën komen. Het zou goed zijn als volwassenen dat wat meer zouden waarderen. De keerzijde van gebrek aan remming is hun creativiteit. De adolescentie is dan ook bij uitstek de periode om talenten te ontdekken en te ontwikkelen. De grenzeloze en soms naïeve ambitie van pubers moet niet meteen de kop ingedrukt worden. Laat ze maar gaan, zolang het maar niet leidt tot al te gevaarlijke situaties. Als ouders of leerkracht moet je dus beide doen: op tijd afremmen, maar vooral ook ruimte geven en stimuleren.

Bron: ouders.nl



Naar homepage