Stel je voor: via een tijdmachine komt een van jouw voorouders, misschien wel jouw lievelingsgrootmoeder of strenge overgrootvader, bij jou op de thee, koffie of borrel.
Vol verwondering kijkt hij of zij naar de mobiele telefoons in jouw huis. Nadat je hebt uitgelegd wat deze telefoons allemaal kunnen, vraagt jouw voorouder wat die telefoon eigenlijk voor invloed heeft in jouw gezin, klas of school, en werk met jeugdigen. Op deze vraag ontvingen we verschillende reacties, waarbij de invalshoek varieerde. Sommige respondenten schreven vanuit hun professionele rol, terwijl anderen hun ervaringen binnen het eigen gezin deelden. Ook stelde een professional zich voor hoe ze zelf als grootouder naar de veranderingen zou kijken.
Zodra mijn overgrootvader uit de tijdmachine stapt, met zijn keurige pak, wandelstok en verbaasde blik, weet ik dat ik wat uit te leggen heb. Zijn ogen vallen meteen op het glimmende scherm op tafel. ‘Wat is dat voor wonderding?’ vraagt hij, terwijl hij het voorzichtig aanraakt alsof het kan bijten. Ik vertel hem dat het een telefoon is, maar niet zomaar een: met dit kleine apparaat kunnen we bellen, foto’s maken, muziek luisteren, filmpjes kijken, informatie opzoeken en zelfs contact houden met mensen aan de andere kant van de wereld. Hij fronst. ‘En dat gebruik jij dan ook op je werk met die kleintjes van je?’
Lees hier het artikel of de complete PIP via Pedagogiek Digitaal of word abonnee.











