In het rapport is tevens onderzocht welke factoren een rol spelen in de ontwikkeling van kinderen. Het rapport is 17 mei aangeboden aan de staatsecretaris van VWS, Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.
Meer tijd
Ondanks dat de arbeidsdeelname van vrouwen in de afgelopen decennia sterk is toegenomen, gaat er tegenwoordig meer tijd naar de zorg van kinderen dan vroeger. De tijd die werkende moeders en vaders aan de kinderen besteden, is sinds 1980 zelfs bijna verdubbeld.
Uit het Gezinsrapport blijkt dat moeders bijna veertien uur per week besteden aan de zorg voor kinderen en vaders ruim zes uur per week. Ouders met een jongste kind tot vier jaar besteden beduidend meer tijd aan hun kinderen, namelijk ruim zestien uur per week.
Combinatie werk en zorg
De meeste ouders ervaren de combinatie van betaald werk en de zorg voor kinderen als druk, maar verrijkend. Bijna een derde van de ouders ervaart deze combinatie als zwaar; met name ouders van kinderen onder de vier jaar en alleenstaande moeders. Het combineren van werk en zorg wordt als minder zwaar ervaren wanneer ouders zich gesteund voelen door hun werkgever en er begrip is wanneer zij onverwacht niet op het werk aanwezig kunnen zijn.
Opvoeden
Ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen zelfstandig leren denken en handelen. Ze wijzen kinderen liever op de gevolgen van bepaald gedrag dan dat zij straffen. Vijftien procent van de ouders zegt wel eens een ‘pedagogische tik’ uit te delen.
De opvoeding van de kinderen wordt door ouders liefst zoveel mogelijk zelf uitgevoerd. Desalniettemin kunnen het sociale netwerk en de buurt waar gezinnen wonen voor ouders een belangrijke bron van steun zijn. De helft van de ouders praat tenminste een paar keer per maand met personen uit hun sociale netwerk over de opvoeding of krijgt hierover advies.
Ontwikkeling kinderen
De gezinsomstandigheden, de opvoeding door ouders en de bredere omgeving waarin ouders en kinderen leven, spelen een rol in de ontwikkeling van kinderen. Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin vertonen meer probleemgedrag en hebben een slechtere gezondheid dan kinderen in een tweeoudergezin. Kinderen in gezinnen met een lager inkomen hebben tevens een minder goede gezondheid. Ook hebben zij anderhalf tot drie keer zo vaak problemen op het gebied van gedrag, hyperactiviteit, emoties en in de omgang met leeftijdsgenoten dan kinderen uit gezinnen met een hoger inkomen. Kinderen hebben minder kans op emotionele en gedragsproblemen als de ouders laten zien dat zij van hun kinderen houden en ondersteuning bieden, maar er ook ruimte is voor regels, structuur en discipline. Tot slot zijn kinderen die in een, volgens de ouders, veilige buurt wonen gezonder en hebben minder problemen in de omgang met andere kinderen.
Problemen
De meeste gezinnen functioneren goed, aldus het SCP. Een aantal gezinnen in Nederland bevindt zich echter in een kwetsbare positie waardoor zij soms minder goed in staat zijn om hun belangrijkste taak – het opvoeden van kinderen – adequaat te kunnen uitvoeren.
Alleenstaande ouders en ouders met een laag inkomen geven aan meer problemen te hebben bij de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De kinderen in deze gezinnen hebben een groter risico om lichamelijk en psychische problemen te ontwikkelen.
Bron: SCP
