Uit de gesprekken met de leerlingen en de leerkrachten komt één duidelijke bevinding naar voren: Leerkrachten zijn niet consequent - zij verschillen van elkaar en zij maken verschil tussen leerlingen – en hun leerlingen hebben daar in het algemeen geen enkele moeite mee en vinden het soms juist prettig.
Leerlingen ervaren verschillen in het gedrag van leerkrachten vooral in termen van streng versus aardig. Ze vinden de ene juf of meester strenger of aardiger dan de andere. Dat geldt voor het lesgeven en het handhaven van de regels. Het is niet zo dat leerlingen zonder meer de voorkeur geven aan de ene aanpak boven de andere: sommige leerlingen vinden de strenge aanpak prettiger, andere leerlingen de aardige aanpak. Waar ze behoefte aan hebben, varieert ook in de tijd: soms hebben ze meer behoefte aan een strenge aanpak, soms een aardige aanpak.
Verder merken de kinderen ook dat zij door dezelfde leerkracht verschillend benaderd worden, maar ook daar lijken ze geen problemen mee te hebben. Ze zien zelf ook wel dat ze onderling verschillen.
Leerkrachten streven naar ‘onderwijs op maat’ en maken onderscheid tussen leerlingen. Volgens de leerkrachten vinden leerlingen dit geen probleem. Bij leerkrachten valt op dat zij het op cognitief niveau belangrijk vinden om expliciet rekening te houden met verschillen tussen leerlingen, en dat ook doen, terwijl dat op gedragsniveau juist niet het uitgangspunt is, maar het in de praktijk toch gebeurt. Daar is het rekening houden met verschillen vaak intuïtief en impliciet, behalve voor leerlingen met ‘erkende’ gedragsproblemen of medische problemen.
Cruciaal voor de acceptatie van verschillen door leerlingen is of zij begrijpen waarom leerkrachten verschillen in hun omgang met leerlingen. Begrijpen zij het niet, dan vinden zij het oneerlijk. Of zij het begrijpen wordt voor een deel bepaald door de uitleg van de leerkracht. De ene leerkracht doet dat meer dan een andere leerkracht. De vraag is of alle leerkrachten wel even kritisch zijn over de mogelijke effecten van hun gedrag en over de wenselijkheid van uitleg.
In vergelijking met ‘lesgeven’ en ‘sturing en zelfstandigheid’ lijken er bij het ‘handhaven van regels’ vaker problemen te zijn met het begrijpen van verschillen. Leerlingen lijken het handhaven van regels door leerkrachten vaker niet te begrijpen en niet eerlijk te vinden. Dit zou veroorzaakt kunnen worden doordat er over regelhandhaving minder overleg lijkt te zijn tussen leerkrachten en met leerlingen. Sommige leerkrachten lijken hierbij meer dan bij het lesgeven uit te gaan van hun eigen opvattingen wat het beste is.
Dat leerlingen in het algemeen geen moeite hebben met verschillen tussen leerkrachten, betekent niet dat er helemaal geen consistentie hoeft te zijn in hoe de leerkrachten zich op een school opstellen. Vooral wat betreft het lesgeven blijkt dat een uniforme opzet van het onderwijs leidt tot helderheid en structuur voor de leerlingen. Dat lijken de leerlingen prettig te vinden. Voor het handhaven van regels zouden de leerlingen graag ook meer een dergelijke consistentie zien in wat leerkrachten doen.
Volgens Derriks en Roede is het vruchtbaar om regels met leerlingen te bespreken en de toepassing van regels te beargumenteren. Dit past goed bij de bevinding uit eerder onderzoek dat het strikt handhaven van regels in combinatie met beargumenteren van de toepassing ervan effectiever is voor gedrag en de ontwikkeling van waarden en normen dan alleen strikt handhaven of alleen uitleggen.
Derriks, M., & Roede, E. (2009). Verscheidenheid en uniformiteit, ‘Niet consequent’ handelen van leerkrachten. SCO-rapport 824. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
Bron: SCO-Kohnstamm Instituut