Pedagogiek
in praktijk

Kleuters experimenteren met de wereld

Ontwikkelingspsychologen van de UvA laten in een aantal studies zien dat kleuters graag op onderzoek gaan in de wereld om hen heen. Hun onderzoeksresultaten vormen de basis voor de tentoonstelling Kleuters aan zet in science center NEMO.

Kleuters lijken zich niet bezig te houden met natuurkundige verschijnselen. Maar ontwikkelingspsychologen van de UvA laten in een aantal studies zien dat kleuters graag op onderzoek gaan in de wereld om hen heen. Hun onderzoeksresultaten vormen de basis voor de tentoonstelling Kleuters aan zet in science center NEMO.
Onderzoekers van de UvA deden in samenwerking met medewerkers van science center NEMO een reeks studies. Hieruit blijkt dat kleuters niet zomaar op knoppen drukken en aan hendels trekken als ze rondlopen in NEMO. Ze gaan uit zichzelf experimenteren en brengen daarbij variaties aan in hun manipulatie van de omgeving. De meeste opstellingen in NEMO zijn ontworpen om bepaalde verschijnselen te illustreren. De rolbak bijvoorbeeld, illustreert onder andere dat het gewicht van een voorwerp niet bepalend is voor hoe snel het naar beneden rolt. Kleuters gaan bij zo'n opstelling uit zichzelf experimentjes uitvoeren door herhaaldelijk verschillende cilinders naar beneden te rollen en te kijken welke het snelste aankomt. Maar daarnaast gaan ze ook niet-bedoelde experimentjes uitvoeren zoals het tegen elkaar slaan van de cilinders om te horen welke verschillende geluiden dat oplevert. Een korte instructie aan de ouders over hoe zij kunnen participeren in het spel van hun kind tijdens het museumbezoek, kan ervoor zorgen dat het onderzoekende spel van de kinderen geavanceerder wordt.

Ook in andere contexten - zoals op de crèche tijdens het buitenspelen - blijken kinderen uit zichzelf onderzoek te doen naar de verschijnselen om hen heen. Een tweejarige jongen bijvoorbeeld, legt tijdens het buitenspelen een weg van planken. Herhaaldelijk rolt hij een bal over de weg. Hij varieert een aantal keer de lengte van de weg en de snelheid van de bal. Keer op keer heeft hij veel aandacht voor de manier waarop de bal rolt. Zo voert hij zijn eigen mini-experiment uit. Ook hier blijkt dat participerend spel van een volwassene een extra stimulans kan zijn.
Het onderzoek naar het onderzoekend vermogen van kinderen vindt plaats in het kader van TalentenKracht (zie onderstaande verwijzing). Wie goed kijkt naar peuters en kleuters, ziet hun bijzondere talenten. Zo zijn ze bijvoorbeeld bezig met logisch denken, het herkennen van patronen, het vinden van hun weg, en de constructie van bouwwerken. Vooral opvallend is hun grote verwondering om en nieuwsgierigheid naar de wereld om hen heen. Het onderzoeksprogramma TalentenKracht richt zich op het in beeld brengen, behouden en ontwikkelen van deze talenten bij ieder kind. TalentenKracht is een initiatief van Jan de Lange van het Freudenthal Instituut, en universiteitshoogleraren Johan van Benthem en Robbert Dijkgraaf van de UvA. Het programma wordt uitgevoerd vanuit het Programma VTB van het Platform Bèta Techniek, met ondersteuning van het Ministerie van OCW.
Kleuters aan zet
De reeks onderzoeken vormt de theoretische basis voor een nieuwe tentoonstelling in NEMO die speciaal gericht is op kleuters en hun ouders: Kleuters aan zet (zie onderstaande verwijzing). Het doel van de tentoonstelling is kinderen maximaal te stimuleren om op onderzoek uit te gaan naar de natuurkundige verschijnselen om hen heen. De tentoonstelling, met als thema schaduw, wordt op 31 januari officieel geopend.

www.e-nemo.nl/kleutersaanzet
 



Naar homepage


De Redactie,

Relevante categorieën: