Pedagogiek
in praktijk

Grootouders en opvoeding

De meeste grootouders zullen zich niet mengen in de opvoedingsstijl van de ouders en beseffen dat de ouders de eerste en meest bepalende opvoeders zijn. Maar er zijn ook grootouders die herhaaldelijk laten blijken dat zij het oneens zijn met de manier waarop de ouders hun kinderen opvoeden. Dat kan een bron van conflicten zijn en kan leiden tot ergernis bij de ouders en verwarring bij de kleinkinderen.
Grootouders en opvoeding

 

Het verschil in denken over opvoeding tussen grootouders en ouders kan betrekking hebben op tal van aspecten, zoals disciplinering, monitoring, betrokkenheid, probleemoplossing, waardering en controle. Op elk van de vier door Baumrind (1967) geschetste opvoedingsstijlen (autoritatief, autoritair, permissief en verwaarlozend), kunnen ouders en grootouders van mening met elkaar verschillen en in botsing komen.

Belangrijk twistpunt
Een belangrijk twistpunt ligt vaak in het verschil tussen een autoritatieve en autoritaire opvoedingsstijl. Grootouders zijn opgegroeid in een tijd waarin de autoritaire opvoeding meer gewoonte was dan uitzondering. In de huidige samenleving is een democratische opvoeding waarbij het kind betrokken wordt meer gangbaar. Grootouders kunnen moeite hebben met die verschuiving en zich strenger en strikter opstellen naar de kinderen dan de eigen ouders en meer gehoorzaamheid eisen.
 
 
 
 
 

 

Maar grootouders kunnen zich ook ‘verlost ’voelen van de verantwoordelijkheid om kinderen op te voeden en ertoe neigen hun kleinkinderen weinig te verbieden en te veel mee te gaan met de wensen van de kinderen. Deze verwennende stijl kan conflicteren met bijvoorbeeld de autoritatieve stijl van de ouders.
 
Botsing
Verder kunnen botsingen voorkomen als de grootouders vinden dat de kleinkinderen te veel aan hun lot worden overgelaten en te weinig oog hebben voor de belangen van het kind. De grootouders gaan zich daardoor ongevraagd steeds meer bemoeien met de opvoeding en aansturen op meer aandacht en betrokkenheid van de ouders bij de kinderen. Dit verschijnsel wordt ook wel ‘Omatitus’ genoemd.
 
De omgang tussen grootouders en kleinkinderen kan ook vastlopen als de ouders de grootouders buitenspel zetten en de contacten tussen grootouders en kleinkind blokkeren. Dat kan gebeuren als er veel conflicten zijn tussen de ouders en grootouders over het (opvoed)gedrag van de ouders. Maar de verstoring kan ook het gevolg zijn van langslepende verstoorde relaties uit de periode dat de kleinkinderen er nog niet waren.

 

 

 


 

Hoe ervaren grootouders hun kinderen?
Doorgaans zijn de grootouders blij als zij de kleinkinderen zien. Maar er wordt ook weleens een zucht van verlichting geslaakt als de kleinkinderen weer zijn vertrokken of als de grootouders weer terug naar huis rijden. Zijn de contacten een last of een lust? Hoe zit dat precies?

Onderzoeken geven aan dat de overgrote meerderheid van de grootouders plezier beleeft aan de zorg en aandacht die zij aan het gezin van hun kinderen en kleinkinderen besteden. Het geeft hun voldoening en zij zijn dankbaar dat zij wat voor hun kinderen en kleinkinderen kunnen doen.







Zorg als last
Er is echter ook een klein deel van de grootouders dat de zorg ervaart als een last (20%) of als een verplichting (10%), zo blijkt uit het onderzoek van Grunwald et al. (2022). Deze grootouders houden er een dubbel gevoel aan over. Wat verklaart de verschillen in beleving? Dat lees je in hoofdstuk zes. 

Lees hier het hele hoofdstuk, over grootouders en opvoeding. 

Lees meer & bestel Het ideale plaatje

Bekijk hier het inkijkexemplaar



Naar homepage