Pedagogiek
in praktijk

Glazen slijpen. Onderliggende denkramen in academisch onderwijs

Auteurs: Edwin Koster en Rob Boschhuizen
Door: Loes Houweling

Edwin Koster is hoofddocent Filosofie en directeur Wijsgerige Vorming aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en Rob Boschhuizen is gastonderzoeker Academische Oordeelsvormig aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van dezelfde universiteit. In het boek Glazen slijpen. Onderliggende denkramen in academisch onderwijs bespreken zij hun ideeën over effectief reflectief onderwijs. Getuige de vele voorbeelden is hun werkwijze in de praktijk ontwikkeld en dat zorgt ervoor dat tijdens het lezen allerlei ideeën ontstaan over een verdere verfijning van het eigen onderwijs.

De auteurs betogen in de eerste twee hoofdstukken dat kritische reflectie op wetenschap een wezenlijk onderdeel van wetenschap is en een functie heeft in de academische vorming van studenten. Daarmee is het volgens hen een kernactiviteit van de universiteit. Kritisch denken, argumenteren en wetenschappelijk schrijven krijgen volgens hen nu te weinig aandacht. Vervolgens laten de auteurs zien hoe denkramen, zoals ethische en religieuze opvattingen en visie op mens en maatschappij telkens een fundamentele rol spelen in de keuzes in de benadering van een vakgebied. Zij maken dit aannemelijk met voorbeelden uit verschillende wetenschapsgebieden. Binnen de pedagogiek is dit vanzelfsprekend; we hebben immers tal van publicaties over verschillende richtingen van ons domein en de betekenis ervan voor onderzoek en praktijk. Dat dit ook in alle andere vakgebieden van belang is, lijkt evident. Helaas, zo laten de auteurs in hun eerste hoofdstukken zien, is hiervoor echter nauwelijks tot geen aandacht. De taal van objectiviteit en eenduidige interpretatie van evidentie overheersen en referentiekaders of onderliggende theoretische uitgangspunten zijn zelden onderwerp van gesprek.

In het derde hoofdstuk wordt de aandacht verlegd naar de student en de belemmerende rol die onbewuste denkramen spelen bij het leren. In de huidige academische opleidingen wordt aan studenten niet geleerd om kritisch naar denkramen te kijken, of zich bewust te worden van de eigen denkramen. En doordat (onbewuste) denkramen als referentiekader werken, wordt nieuwe informatie gekleurd opgenomen en is het moeilijk om op een conceptueel niveau andere ideeën toe te laten. Het belemmert het leren in de breedte – dat wil zeggen het beschouwen van andere visies – en ook het leren in de diepte, namelijk het onderzoeken van onderliggende denkramen. De auteurs introduceren wat zij noemen effectief reflectief onderwijs. Doelstelling van dit onderwijs is het creëren van zogenaamde vruchtbare denkramen. Dit zijn denkramen die ruimer, evenwichtiger en reflectiever zijn. Met een ruimer denkraam bedoelen de auteurs dat studenten meer aspecten kunnen betrekken in het oordeel over een situatie of probleem. Een evenwichtiger denkraam is een denkraam dat een situatie of probleem systematisch en beredeneerd benadert. Met een reflectiever denkraam duiden zij op verantwoorde keuzes en de aanvaarding van de onzekerheid van wetenschap. Studenten worden zo geholpen met het ontwikkelen van de idee dat niet iedereen de wereld beziet zoals zij dat doen, maar dat er verschillende visies en opvattingen zijn.

In hoofdstuk 4 wordt op een onderwijskundige manier een model gepresenteerd voor dit effectief en reflectief onderwijs. Uitgangspunt is telkens een complex en controversieel vraagstuk of probleem dat geen eenduidige of eenvoudige oplossing kent. Vervolgens doorlopen de studenten drie fasen: eerst de intuïtieve, daarna de wetenschappelijke, en ten slotte de filosofisch-reflectieve fase. In de eerste fase wordt studenten gevraagd om een intuïtieve reactie (idee over een handelingswijze) op het vraagstuk te geven. Door de reacties onderling uit te wisselen, worden zij zich bewust van de verschillende onderliggende denkramen. Zij maken op basis van deze uitwisseling opnieuw een keuze in hun handelingswijze en onderbouwen deze. Vervolgens gaan zij in de wetenschappelijke fase aan de slag met verschillende vakwetenschappelijke publicaties over het probleem. Daarin onderzoeken zij de onderliggende denkramen en bepalen opnieuw hun standpunt. In de filosofisch-reflectieve fase reflecteren zij op de standpunten van de deskundigen uit de vorige fase en worden zich zo bewust van wetenschappelijke controverses. In deze laatste fase blikt de student ook terug op het gehele proces.

De auteurs werken een uitgebreide aanzet tot een leerlijn uit, waarin studenten getraind worden om op een systematische manier kritisch op wetenschap te reflecteren. Krathwohls verbeterde taxonomie van Bloom gebruiken ze om te komen tot een opbouw in vaardigheden. Deze vaardigheden zijn uitgesplitst naar de drie aspecten van vruchtbare denkramen (ruimer, evenwichtiger en reflectiever). Ze geven vele voorbeelden van oefeningen en een uitgewerkt overzicht van leerdoelen en mogelijke beoordelingscriteria. In het laatste hoofdstuk wordt een volledige opbouw binnen gezondheidswetenschappen gegeven, waarin goed duidelijk wordt hoe herhaling en verdieping elkaar afwisselen.

Er komen steeds meer boeken die refereren aan de noodzaak om te investeren in de ontwikkeling van professionele identiteit. Een voorbeeld hiervan is het boek Verstandig duikelen (2019). Hierin wordt vanuit de presentietheorie aangegeven dat een sociale professional altijd moet meebewegen met zowel cliënt(en) als vragen en opdrachten vanuit de maatschappij, of de organisatie waarvoor men werkt. Dit meebewegen is echter niet ‘volledig samenvallen’, maar leidt tot duikelen zoals een babyspeeltje dat doet. Het gaat erom je telkens weer bewust te zijn van het eigen lood dat de duikelaar min of meer op zijn plek houdt: je eigen drijfveren en normatief kader. Dat betekent dat je je bewust moet zijn van je eigen denkraam, denkramen van anderen moet kunnen herkennen en dat je er met anderen over in gesprek kunt gaan. Het bevestigt het belang van het denken op metaniveau en daarmee kritischer en ruimer denken. Bestuderen van theoretische en historische pedagogiek kan deze functie hebben, maar wordt niet altijd als zodanig benut. Effectief reflectief onderwijs zal studenten zeker helpen om hun lood te ontdekken, te verruimen en op een evenwichtige manier in te zetten.

Er is ook een kanttekening te plaatsen. Effectief reflectief onderwijs is een aanbodgestuurde methodiek, waarbij de docent bepaalt wat het niveau van de groep studenten is en welke onderwerpen of problemen hen zullen aanspreken. Er wordt een poging gedaan om de complexiteit van de opdrachten binnen de leerlijn langzaam op te bouwen. Studenten leren betogen te analyseren en leren zelf betogen te schrijven. Hiermee blijven het behoorlijk academische oefeningen. Problemen worden in de meeste voorbeelden teruggebracht tot een keuze uit twee handelingsopties. Wellicht is dit aanvankelijk een handige reductie. In het hoger beroepsonderwijs vergeten we immers nogal eens om academische vaardigheden te trainen. Toch zou in het hoger beroepsonderwijs de dynamiek van de professionele context meer aandacht mogen krijgen. We zouden geholpen zijn met voorbeelden van hanteerbare opdrachten die voortkomen uit de complexiteit van de alledaagse beroepspraktijk. Het gaat immers niet alleen om de denkramen die in wetenschappelijke publicaties een rol spelen, maar ook om de denkramen die we in gesprekken met andere professionals, cliënten, opdrachtgevers en vooral met jongeren en gezinnen tegenkomen. Een dergelijke verbinding naar de praktijk zou de relevantie van de leerlijn voor studenten in het hoger beroepsonderwijs vergroten.

Dit neemt echter niet weg dat Glazen slijpen een inspiratiebron kan zijn om traditionele pedagogische inhouden zoals theoretische en historische pedagogiek opnieuw onder de aandacht te brengen. Het boek biedt een heldere methodische training, waarbij het aan de hbo-docent is om de vertaling te maken van de training naar de beroepspraktijk.

Edwin Koster en Rob Boschhuizen (2018). Glazen slijpen. Onderliggende denkramen in academisch onderwijs. Eindhoven: Damon. ISBN 9789463401357; 176 pagina’s; € 18,90.

 

Literatuur

Leest, J., Bolt, E. & Linde, M. van der (2019). Verstandig duikelen. De complexe praktijk van sociale professionals. Utrecht: Stichting Presentie.



Naar homepage