Pedagogiek
in praktijk

'Gaat het echte gesprek teloor door overmatig appen?' (Redactioneel PiP 125, 2022)

Fleur Jongepier betwijfelde het in haar NRC-essay van 27 augustus vorig jaar. Er is volgens haar geen onderzoek beschikbaar dat aantoont dat het bestaan van en de kwaliteit van het face-to- face-contact daadwerkelijk bedreigd wordt.
'Gaat het echte gesprek teloor door overmatig appen?' (Redactioneel PiP 125, 2022)


Het is wat dat betreft ook niet het een of het ander. Het app-contact is er nog niet eens zo lang geleden bij gekomen – de smartphone bestaat vijftien jaar. En alles wat erbij komt vraagttijd, zodat er wellicht minder tijd voor face-to-face-contact overblijft.

Jongepier laat zien hoe ver vreemdend het is als je je probeert voor te stellen dat een What sApp-gesprek in het echt plaatsvindt. Een familiebijeenkomst, waarin opa voortdurend zijn duim omhoogsteekt en breed lacht als iemand een foto laat zien, waarin de meeste gesprekspartners even langskomen, iets roepen en daarna weer een tijdje niets van zich laten horen. Het is duidelij k dat het echte gesprek zo niet verloopt, een minder oppervlakkige dynamiek heeft en dieper gaat. Lichaamshouding en intonatie zijn van belang. Toch moeten we de verschillen niet overdrijven. Ook het echte familiegesprek kan uiterst opper vlakkig zijn. Er worden voor tdurend verhalen uitgewisseld die we elkaar al jaren bij  dat soort gelegenheden ver tellen. Er komt niet s bij en er gaat niets af. Ze hebben vooral een functie als een bevestiging van het belang van het samenzijn. In die zin zijn die verhalen dan ook van eminent belang. Maar juist die functie kan het WhatsApp-gesprek ook heel goed vervullen. Het stelt ons in staat om over grote afstanden contacten te onderhouden.

Lang voordat de smartphone op het toneel verscheen, verdwenen in de publieke sfeer gaandeweg tal van menselijke contactmomenten. Vanaf de jaren vijftig werden we gedwongen om zelf onze boodschappen van de schappen te pakken. Daarna werden de conciërges en conducteurs wegbezuinigd. Technologie is zoveel goedkoper dat de menselijke arbeid wel verdwijnen moet. Bankieren doen we tegenwoordig helemaal zelf en als we er hulp bij  nodig hebben, staan we heel lang in de wacht. Aan de telefoon welteverstaan, want het bank filiaal is opgeheven. Verkoop via internet lijkt wel nieuwe banen te genereren, maar de vervanging van die moderne slavenarbeid in de distributiecentra door echte robots is slechts een kwestie van tijd. En al die bezorgers die onze aankopen aan onze deur komen afleveren hebben beslist geen tijd voor een praatje. De ons tuitbare technologische ontwikkeling leidt tot een ingrijpende verandering van de sociale interactie. De smartphone speelt daarin een eigen rol. De QR-code die we tegenwoordig op onze terras tafel vinden, zorgt er voor dat we geen contact meer met de bediening hebben en dat we geen uitleg kunnen vragen van de menukaart.

Kunnen we er nog buiten? Hans Schnitzler daagde ruim honderd s tudenten uit tot een experiment. Hij vroeg ze een week lang zonder hun smartphone te leven. Het effec t was ongekend. Hij schreef erover in Kleine filosofie van de digitale onthouding (2017). De een raak te in vervoering door een wandeling in het park, een ander kreeg te horen dat hij prettiger in de omgang was zonder smartphone. Nog een ander besloot geen geshopte foto’s meer aan te maken. Tijdens de detox gaat het concentratievermogen omhoog en slaapt men beter. Het tijdens de treinreis naar buiten kijken in plaats van op je schermpje is niet minder dan een openbaring. Schnitzler beoordeelt, gezien de reacties van de studenten op de detox, de huidige toestand als ernstiger dan hij  verwachtte. Veel studenten ver vielen na een week onthouding in de oude verslaving. Schnitzler vraagt zich hardop af op er nog wel echt een weg terug is. Iedereen ergert zich aan die treincoupés vol schermstarende mensen, maar niemand verandert op eigen gezag zijn gedrag.

Inmiddels bestaan er in veertien landen wettelijke verboden voor smartphonegebruik op scholen. In Nederland zijn er experts die er van over tuigd zijn dat de start van het geleidelijk wegzakken van de onder wijskwaliteit in de internationale vergelijkingen niet toevallig samenvalt met de introductie van de grote afleider vijftien jaar geleden. Dat een kwart van de Nederlandse vijftienjarigen als functioneel analfabeet gekwalificeerd wordt moet je, hoe je ook tegen de waarde van de PISA-cijfers aankijkt, zorgen baren. In ons land laat men de aanpak van het smartphoneprobleem aan de scholen over. Mede op initiatief van de VO-raad zorgde Kennisnet in 2019 voor de goed onderbouwde publicatie Schoolbeleid voor smartphones. De smartphone kan ook op vele manieren dienstdoen als waardevol onderwijsmiddel.

Als we de teloorgang van het echte gesprek willen tegengaan, konden we al te rade gaan bij  Reclaiming conversation: The power of talk in a digital age van Sherry Turkle uit 2016. Studenten die zij voor haar onderzoek sprak, zeiden overigens helemaal geen behoef te te hebben aan dergelijke gesprekken. Ze vonden ze al snel ‘awkward’ of ‘saai’.

Bas Levering

Lees losse artikelen of de complete PIP via Pedagogiek Digitaalword abonnee of bestel hier het nummer in print.



Naar homepage