Pedagogiek
in praktijk

Een broodnodig nieuw begin (Redactioneel PIP 107, februari 2019)

‘Binnen bij Bol’, de undercoverreportage van Jeroen van Bergeijk bij het distributiecentrum van de webwinkel in Waalwijk (de Volkskrant, 29 december 2018), doet natuurlijk denken aan Ganz Unten (Ik Ali) van Günther Wallraff.

‘Binnen bij Bol’, de undercoverreportage van Jeroen van Bergeijk bij het distributiecentrum van de webwinkel in Waalwijk (de Volkskrant, 29 december 2018), doet natuurlijk denken aan Ganz Unten (Ik Ali) van Günther Wallraff. In 1985 kon Wallraff, dankzij zijn vermomming als Turkse gastarbeider, na twee jaar de wereld op de hoogte stellen van de mensonterende werkomstandigheden in de Duitse industrie. Van Bergeijk hoefde zich niet anders voor te doen. Hij werd zelfs niet weggestuurd toen hij in de loop van die ene werkweek zijn motieven kenbaar maakte. Van Bergeijks reportage is ook niet de eerste bij Bol.com. Drie maanden eerder had Lisa van der Velden voor het Financieel Dagblad al iets dergelijks gedaan. Zij had zelfs netjes aan Bol gevraagd of zij er een tijdje mocht komen werken ‘zonder bij de hand te worden genomen’. En dat mocht. De inkijk die Van Bergeijk en Van der Velden bieden, is belangrijk. Er is een tijd geweest dat elke student tijdens zijn studie wel een tijdje aan een lopende band stond. Dat was de tijd dat er ook binnen de studie breed over verschillen in arbeidsomstandigheden werd geïnformeerd. Tegenwoordig bestaat het werknemersbestand in de onderste regionen louter uit arbeidsmigranten, zoals gastarbeiders tegenwoordig genoemd worden. Nederlanders zouden voor de bedrijfsorganisatie veel handiger zijn. Ze spreken de taal, hebben al een woning, maar ze willen niet. 

Er zijn bij Bol strikte kledingvoorschriften die door middel van een zerotoleranceaanpak worden gehandhaafd. De zakken moeten leeg, alles moet het kluisje in. Een portemonnee is, als er geen condooms in zitten, toegestaan. Naar binnen en naar buiten gaan gaat gepaard met een luchthavenachtige controle. De dienstverbanden lopen via een uitzendbureau. De werknemers hebben te maken met een onvoorspelbare roostering. Voor de grote pauze is er een bordpraatje waarin de prestaties van de vorige dag worden gepresenteerd. In de praktijk is er geen buitensporige druk. Er zijn geen Amerikaanse toestanden zoals James Bloodworth die in het Amazon-distributiecentrum in Engeland aantrof, met medewerkers die op de grond liggen te slapen, nauwelijks naar de wc durven of zich durven ziek melden uit angst om hun baan kwijt te raken (maart 2018, Hired: Six Months Undercover in Low-Wage Britain). Op de Afdeling Retouren van Bol werken wel vooral Nederlanders en buitenlanders die goed Nederlands spreken. Een kijkje daar maakt duidelijk hoe de internetverkoop wegwerpgedrag stimuleert. 4,7 procent van de aankopen wordt teruggestuurd. Dat mag zonder opgaaf van reden en dat gebeurt ook op grote schaal, ook als het product gebruikt is. Ook de service van ‘vandaag voor twaalven bestellen is morgen leveren’ creëert bij de consument een overspannen behoefte. De bestelbusjes die de aankopen thuis komen afleveren, zorgen voor veel extra verkeer op de weg en veel overlast in de buurt. Voor veel overlastproblemen moeten technische oplossingen te bedenken zijn. Dat is voor het laagst gekwalificeerde werk – de order picking (het ophalen van de producten uit de magazijnen) – ook het geval. Er zijn al distributiecentra waar die activiteit door robots is overgenomen. Zolang dat nog niet het geval is, worden de werknemers er als robots behandeld. De sfeer is er niet anders dan in productiebedrijven van een halve eeuw geleden. Er heerst een verstikkende hiërarchie. Ook Van Bergeijk werd keihard teruggefloten toen hij te kennen gaf zelf te willen denken. Tot zijn verbazing trof hij collega’s die dat helemaal niet willen. 

Wat mij betreft schiet elke pedagogiekopleiding schromelijk tekort, als zij niet systematisch aandacht besteedt aan de manier waarop de menselijke arbeid door de technologische ontwikkeling van karakter verandert. En dan hebben we het niet alleen over hoe de techniek de arbeid faciliteert, maar vooral ook over hoe de techniek de mens van zijn gewenste zelfverantwoordelijkheid berooft. Er is veel te veel pedagogiek die efficiency als hoogste doel formuleert. Dat compenseer je niet met een paar lesjes ethiek. Dat geldt ook voor de bedrijfskundeopleidingen in Nederland, zoals blijkt uit het proefschrift The formation of Business Students, waarop Jelle van Baardewijk op 20 december 2017 aan de VU promoveerde. In het curriculum staan waarden als winstmaximalisatie en efficiency centraal en is filosofie in een hoekje van het leerplan weggedrukt. Van Baardewijk vroeg de studenten naar hun drijfveren. Ze zeggen zelf rijk te willen worden en anderen daarbij te willen helpen. Ze zeggen ook wel ‘het goede’ te willen doen, maar hebben werkelijk geen flauw idee wat dat inhoudt. Ook hebben ze geen enkel gevoel voor wat de samenleving voor het bedrijfsleven betekent. Vroeger werd het belang van het onderwijssysteem, de opvoeding en de belastingmoraal in de opleiding wel onder de aandacht gebracht. Samen met Ad Verbrugge en Govert Buijs publiceerde Van Baardewijk een maand eerder Het goede leven en de vrije markt, vanaf 2020 examenstof voor 6 vwo. De vrije markt wordt er niet in afgewezen, maar zeker ook niet heilig verklaard. Een broodnodig nieuw begin.

Bas Levering, hoofdredacteur



Naar homepage


Bas Levering,