Pedagogiek
in praktijk

Stiefmoeders verdienen steun


Niet alleen kinderen hebben soms moeite om in een stiefverband hun plaats te vinden. Ook stiefmoeders komen vaak in een lastig parket. Vader, kind en andere betrokkenen confronteren haar met dubbele verwachtingen; enerzijds wordt zij geacht een verzorgende en opvoedende rol te vervullen, anderzijds moet ze vooral geen ‘echte moeder’ voor het kind willen zijn. Addy Manneke beschrijft de complexe positie waarin stiefmoeders terechtkomen en de tegenstrijdige gevoelens die deze positie oproept. Welke steun kunnen zij gebruiken?


Een stiefmoeder is een vrouw met een partner die een of meerdere kinderen uit een eerdere relatie heeft. Tot zover kunnen stiefmoeders onder een noemer worden gebracht. Verder zijn er stiefmoeders in alle soorten en maten. Zo zijn er fulltime stiefmoeders, die permanent met hun stiefkinderen onder één dak leven. Er zijn parttime of halftime stiefmoeders, in het geval van gedeeld ouderschap of co-ouderschap – als de kinderen beurtelings bij de twee ex-partners wonen. Ten slotte zijn er de weekendstiefmoeders, die hun stiefkinderen alleen in de weekenden zien, omdat deze bij de ex-partner van hun partner wonen.
Een stiefmoeder heeft voor een man gekozen die al kinderen heeft. Meestal niet omdat hij kinderen heeft. Vaak verwacht de buitenwereld – maar soms ook haar partner en misschien ook zijzelf – dat ze zich als een moeder gedraagt, maar tegelijkertijd dat ze dat toch nooit zal kunnen. Dat is wel dubbel.
Als mensen het woord stiefkind horen, raken ze al snel vervuld van medeleven, maar bij het woord stiefmoeder komen eerder negatieve beelden boven. Dat woord is mede onder invloed van sprookjes tot synoniem geworden voor de slechte moeder. Toch pleit ik ervoor het woord ‘stiefmoeder’ te gebruiken. Dat houdt de situatie helder. Andere benamingen zijn al snel gekunsteld en verbergen daardoor de problematiek. Bovendien komen er steeds meer stiefmoeders; als het woord vaker wordt gebruikt, slijt het taboe.
De situatie van de stiefmoeder is complex, ook als alles uiteindelijk goed verloopt. Wat maakt de situatie ingewikkeld voor een stiefmoeder?

Een verdrietige basis

De vorige verbintenis is niet goed afgelopen. Er is pijn en verdriet vanwege een overlijden of – zoals tegenwoordig meestal het geval – een scheiding. Dat verleden van verdriet of mislukking werkt door in de toekomst. Het kan een voedingsbodem zijn voor problemen als er geen goede balans wordt gevonden tussen de aandacht voor het verleden en het opbouwen van iets nieuws.
Een kind staat meestal niet te juichen bij de komst van een stiefmoeder. Als er sprake was van een scheiding, heeft het daarom niet gevraagd, terwijl het wel te lijden heeft onder de nadelige gevolgen ervan. In veel gevallen zal het kind zich ontredderd en machteloos voelen, boos ook soms. Vaak gaat het in verzet, openlijk of ondergronds. Het kind zelf zal zijn verlies niet als oorzaak van zijn opstandige gedrag zien, maar eerder naar de stiefouder wijzen.
Het kind heeft hulp en steun nodig. Dat vraagt veel inlevingsvermogen, van de eigen ouders en van de stiefmoeder. Het kind kan de stiefmoeder negeren of soms ronduit dwarszitten. Het valt voor de stiefmoeder dan niet altijd mee om oog te hebben voor de problemen van het kind. Ze kan veel te verduren krijgen als het kind de woede over het verlies op haar projecteert.
De stiefmoeder mist vaak begrip voor haar problemen met de situatie. Het frisse begin van een nieuwe verbintenis is er vaak niet voor de stiefmoeder. In het weekend samen ontbijten, de krant lezen en spannende dingen doen in bed lukt niet echt als het stiefkind er is. Zeker de stiefmoeder die weinig ervaring heeft met kinderen kan hiervan verdrietig worden. Aangenomen wordt dat vrouwen die zelf (nog) geen kinderen hebben het extra moeilijk hebben als stiefouder.
In een stiefsituatie heeft het gedrag van het kind grote invloed op de relatie tussen de partners. Het kind kan soms een wig drijven tussen de stiefouder die teleurgesteld raakt en zich steeds kritischer tegenover het kind gaat opstellen en de biologische ouder die zich in het defensief voelt gedrongen en zich steeds meer gaat ergeren aan de kritiek op zijn kind.

Verschil in band

Wat een grote rol speelt is dat tussen de vader en het kind een natuurlijke, biologische band bestaat die tussen de stiefmoeder en het kind ontbreekt. De grote invloed van dit verschil wordt vaak onvoldoende onderkend, ook door hulpverleners.
In de eerste plaats geven biologische verbindingen veel overeenkomsten te zien qua uiterlijk en gedrag. Dat levert een gevoel van verbondenheid op. In niet-biologische verbindingen zijn de verschillen groter op het vlak van uiterlijk, aanleg en temperament. De verschillen zijn ook groter omdat er minder sprake is geweest van imitatie en identificatie, zeker als het kind al wat ouder is. De levens van stiefmoeder en stiefkind liepen, totdat ze elkaar ontmoetten, niet parallel, wat voor vader en kind wel het geval is. Behalve dat er sprake is van bloedverwantschap ontwikkelen een moeder en een vader vanaf de geboorte ook een sterke band met hun kind door het te verzorgen en te koesteren. Alleen als de stiefmoeder al voor het kind heeft gezorgd vanaf de tijd dat het nog een baby was heeft ook zij een verzorgingsband ontwikkeld. Voor biologische ouders is lijfelijke nabijheid met hun kind vanzelfsprekend, voor stiefouders is dat lang niet altijd het geval.
Bij een moeder vinden er tijdens zwangerschap en bevalling hormonale veranderingen plaats die haar gereedmaken voor een nauwe band met haar baby. Die band wordt nog verder versterkt tijdens de lactatie, het geven van moedermelk. Langdurige lichamelijke nabijheid is een belangrijke factor in het ontstaan van een band. Uit onderzoek is gebleken dat beloningsgebieden in de hersenen onmiddellijk reageren als moeders een foto van hun kind zien.

Loyaliteitsproblemen

Een biologische band leidt ook tot vanzelfsprekende gevoelens van loyaliteit. De stiefmoeder heeft zich niet altijd gerealiseerd dat de bloedband van de vader met zijn kind(eren) voorrang heeft op de band met haar. Wellicht is dat eerder duidelijk voor de stiefmoeder die ook eigen kinderen heeft. In veel stiefsituaties spelen loyaliteitsproblemen. Het kind kan bewust of onbewust willen dat de vader voor hem of haar kiest. Het kan het soms moeilijk accepteren dat de vader niet kiest en met beiden, zijn nieuwe partner en het kind uit zijn vorige verbintenis, een relatie wil.
De stiefmoeder kan moeite hebben met de vanzelfsprekende loyaliteit tussen vader en kind, die haar soms tot buitenstaander maakt. De vader kan het gevoel krijgen dat er aan alle kanten aan hem getrokken wordt, door zijn kind(eren), zijn nieuwe partner en soms ook door de ex-partner. Er hangt veel van de rol van de vader af. Hij is de verbindende schakel tussen het oude en het nieuwe gezinssysteem. Zonder zijn steun is het, zeker in het begin, moeilijk functioneren voor de stiefmoeder.

Problematische reactiepatronen van vaders na een scheiding

De stiefmoeder heeft soms te lijden onder problematisch vadergedrag. De vader kan zich door een scheiding meer bewust worden van het belang van de band met zijn kind(eren) uit zijn voorbije huwelijk. De reactie kan zijn dat hij heel veel tijd en aandacht aan zijn kinderen gaat besteden. Dat is het geval als een ‘weekendvader’ zich tot een soort ‘pretvader’ ontwikkelt. Vanuit de angst om zijn kinderen helemaal te verliezen kan hij zijn best gaan doen om tot elke prijs hun liefde te behouden of te winnen. Regels of grenzen durft hij niet meer te stellen.
Dat kan ook komen doordat de vader sterk geplaagd wordt door schuldgevoel. Soms uit zich dat in grote toegeeflijkheid, ook wel gecombineerd met kritisch gedrag naar de eventuele kinderen van de stiefmoeder. Door zijn schuldgevoel kan de vader de corrigerende rol ten opzichte van zijn kind gaan verzaken. Dan wordt het moeilijk voor de stiefmoeder. Dit schuldgevoel gaat vaak samen met een sterke (oer)drang van een vader om zijn kind in nood te beschermen.
Als de vader het gedrag van zijn kinderen steeds goedpraat, geeft dat de stiefmoeder het gevoel dat hij in zijn hart vindt dat het probleem bij haar ligt.

De stiefmoeder als buitenstaander

Het beschermende gedrag van de vader benadrukt dat de stiefmoeder buiten de band van haar partner met zijn kind staat. Dit terwijl een stiefmoeder zich toch al vaak een buitenstaander voelt. Bijvoorbeeld omdat het kind haar negeert, door haar niet aan te kijken, zich alleen tot de vader te richten, doordat vader en kind vooral met elkaar praten en met elkaar optrekken. Vader en kind hebben hun eigen voorgeschiedenis met elkaar, waarvan de stiefmoeder geen deel uitmaakt, hun gezamenlijke herinneringen aan speciale gebeurtenissen, vakanties, gezamenlijke familieleden. Dat alles geeft de stiefmoeder het gevoel buiten de band tussen de vader en zijn kind te staan.

Gebrek aan evenwicht tussen geven en nemen

Steun van haar partner is voor de stiefmoeder daarom erg belangrijk. Een goede band tussen partners wordt ook gekenmerkt door evenwicht tussen geven en nemen. In een stiefsituatie kan deze balans onder druk komen te staan. Stiefmoeders doen in de meeste gevallen veel voor hun stiefkind(eren), geven hun tijd en aandacht en missen tegelijkertijd door het stiefkind tijd en aandacht van hun partner.
Het kind heeft meestal niet om de nieuwe gezinssituatie gevraagd, dus het zou raar zijn om van hem dankbaarheid te verwachten, laat staan dat het aanbeveling verdient hem erom te vragen. Voor het evenwicht tussen geven en nemen helpt het als de vader zijn waardering voor de inspanningen van de stiefmoeder laat blijken.

De onduidelijke rol van de stiefmoeder

In sprookjes heeft de stiefmoeder een uitgesproken negatieve rol. Aan dit beeld wil een stiefmoeder niet beantwoorden. Maar wat is een goede stiefmoeder? Een stiefmoeder zal nogal eens geneigd zijn zich te spiegelen aan een gewone moeder, terwijl ze dat per definitie niet is, ook al zijn er overeenkomsten. Wat het extra moeilijk maakt is dat moederliefde wordt geïdealiseerd en stiefmoeders aan dit ideaal worden afgemeten. Ook dat maakt de rol van de stiefmoeder lastig. Maar de perfecte biologische moeder is een mythe. Die mythe helpt er wel aan mee dat andere vormen van moederschap en gezin als afwijkend worden gezien. Stiefmoeders realiseren zich niet altijd dat elke moeder haar beperkingen heeft te accepteren. Vooral vrouwen die stiefmoeder zijn zonder eerst zelf moeder te zijn geworden, vinden het vaak moeilijk om zichzelf te zien als ‘goed-genoeg-moeder’.

Negatieve gevoelens

Het beeld van de perfecte moeder kan bij de stiefmoeder schuldgevoelens oproepen in de vorm van een knagende twijfel. Als er iets misgaat hebben veel stiefmoeders de neiging de oorzaak bij zichzelf te zoeken. Door de spanningen die de situatie voor de stiefmoeder oplevert, is ze minder in staat zich in het kind in te leven en kan ze soms minder tactvol of ronduit onaardig reageren. Soms schrikken stiefmoeders van de emoties die het stiefmoederschap bij hen losmaakt.
Een stiefmoeder heeft vaak schuldgevoelens over haar negatieve emoties. Ze zal niet zo snel zeggen dat ze de hele situatie maar moeilijk vindt en ze kijkt wel uit om negatieve gedachten over het stiefkind te uiten. Ze wil niet het etiket van boze stiefmoeder opgedrukt krijgen. Een workshop op de landelijke stiefmoederdag van 2008 begon met de vraag: ‘Wat zou je nooit tegen je partner zeggen over zijn stiefkind?‘ Er kwam een stortvloed aan reacties.

Wat voor steun kan een stiefmoeder gebruiken?

Ondanks alle ingewikkeldheden dient de rol van de stiefmoeder gestalte te krijgen in de nieuwe constellatie. Het zal duidelijk zijn dat het stiefgezin, of de nieuwe relatie, een grote kans heeft te mislukken als de gevoelens en de lastige positie van de stiefmoeder niet serieus worden genomen. Hulp en steun, zeker van de vader – maar ook van anderen in het netwerk – is essentieel voor de stiefmoeder. Als het contact tussen stiefmoeder en stiefkind niet soepel loopt heeft de stiefmoeder vooral steun nodig en geen scepsis, laat staan veroordeling. Uit angst hiervoor zal de stiefmoeder niet snel vertellen dat ze het moeilijk heeft, omdat ze al bij voorbaat onbegrip verwacht. De meeste mensen hebben geen idee van het verschil tussen een gewoon gezin en een stiefverband.
Vaak voelt de stiefmoeder zich gekwetst door dit soort opmerkingen:
‘Je wist toch waar je aan begon?’
‘In een gewoon gezin zijn er ook vaak problemen’
‘Een ‘gewone’ moeder wil haar kinderen ook wel eens achter het behang plakken’
‘Voor je stiefkind is het toch het allermoeilijkste’
‘Ik heb met je stiefkind gesproken en ik vind het toch echt een heel leuk kind’
‘Misschien heeft het je wat te leren’
‘Als volwassene kun je daar toch boven staan?’

Een stiefmoeder voelt zich geholpen als haar bijdrage aan het stiefverband wordt gewaardeerd. Ze heeft bevestiging nodig. Het is van cruciaal belang dat de vader zich kan inleven in haar positie. Verder is het belangrijk dat anderen, bijvoorbeeld hulpverleners, zich willen verdiepen in haar gevoelens. Als dat niet het geval is, dan wordt ze op zichzelf teruggeworpen. Als de stiefmoeder op een goede manier steun krijgt komt dat iedereen in de stiefsituatie ten goede, zeker ook het stiefkind. Stiefmoeders ondervinden veel steun van mede-stiefmoeders, maar het is ook mogelijk dat al die verhalen van andere stiefmoeders averechts werken als het verdriet en de woede er alleen maar groter door worden. Professionele hulp kan dan een uitkomst zijn, mits de hulpverlener zich grondig verdiept in de complexe situatie van de stiefmoeder en laat merken dat haar emoties en ervaringen bestaansrecht hebben.


In dit artikel worden de complexe kanten van het stiefmoederschap slechts kort aangeduid. Raadpleeg voor een nadere uitwerking daarvan het boek dat Addy Manneke schreef: De bewuste stiefmoeder(2009). Amsterdam: Uitgeverij SWP. ISBN 978 90 6665 976 6. 192 pagina’s. € 22,50.

Addy Manneke is moeder, stiefmoeder, andragoloog en theoloog en vervulde diverse functies bij instituten voor vormingswerk en onderwijs.



Naar homepage