Pedagogiek
in praktijk

Kinderen geen kostgangers

Ouders van thuiswonende, werkende kinderen vragen steeds minder vaak kostgeld; slechts in de helft van de gevallen. Dat is 25 procent minder dan in 1980. Ook al hebben jongeren tegenwoordig veel geld te besteden, hun ouders willen voorkomen dat het lijkt alsof zij van hun kinderen profiteren. Bovendien realiseren ouders zich dat zij het dure consumptiepatroon van hun kinderen nooit zelf kunnen bekostigen. Door geen kostgeld te vragen en bijbaantjes toe te staan, voorkomen zij dat het zakgeld moet worden verhoogd. Nederlandse jongeren hebben daarmee hun positie als medekostwinners volledig verloren. Dat blijkt uit onderzoek van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Dat de financiële verhoudingen in gezinnen in de loop der tijd zijn veranderd, was al zichtbaar. Onduidelijk was echter wat hiervoor de verklaring is en hoe dit in de praktijk uitwerkt. Volgens onderzoeker dr. Ali de Regt, als socioloog verbonden aan de Universiteit Van Amsterdam, moet de reden gezocht worden in de diepgewortelde angst van ouders om gezien te worden als profiteurs van kinderen. De reden voor het vragen van kostgeld is doorgaans evenmin een financiële. Het gaat om een symbolisch bedrag, dat uit pedagogische overwegingen wordt gevraagd. Ouders zien kostgeld als manier om jongeren de waarde van geld bij te brengen, hen met geld te leren omgaan en duidelijk te maken dat het huishouden geld kost.

Naarmate ouders meer verdienen, neemt de neiging af om kinderen een financiële bijdrage te vragen. Ouders willen de kosten voor hun kind niet eens uitrekenen, ook niet als hun thuiswonende kinderen een baan hebben en niet meer leerplichtig zijn. Dat vinden zij iets voor kostgangers, en zo wensen zij hun kind niet te beschouwen. Dezelfde aarzeling is er ook bij ouders met een laag inkomen, zoals alleenstaande moeders met een bijstandsuitkering. Zelfs zij hebben angst om teveel te vragen, ook al is het inkomen van hun kind soms bijna net zo hoog als hun eigen inkomen.

Onbekend is of dezelfde trend zich ook voordoet in Marokkaanse, Turkse, Antilliaanse of Surinaamse gezinnen. Hier heerste lange tijd een cultuur waarin het normaal was dat thuiswonende kinderen hun inkomen geheel afdroegen aan hun ouders. Of ook in deze gezinnen een individualisering is opgetreden - waarbij werkende kinderen een eigen inkomen houden en nog slechts een klein deel afdragen - vraagt aanvullend onderzoek. Wel blijkt dat allochtone jongeren niet onderdoen voor autochtone jongeren als het gaat om hun (dure) consumptiepatroon.

Bron: persbericht Sociale Verzekeringsbank


Naar homepage