Uit het onderzoek bleek dat adolescenten die veel geheimen hadden voor hun ouders meer psychosociale problemen ondervonden dan adolescenten die weinig voor hun ouders verborgen hielden. Bij psychosociale problemen kan gedacht worden aan stress en een lage zelfwaardering.
Bovendien vertoonden ouders negatiever opvoedingsgedrag naarmate hun vermoeden sterker was dat hun kind geheimen voor hen verborgen hield - ongeacht de daadwerkelijke mare van geheimhouding.
Adolescenten die een individueel geheim met zich meedroegen waren neerslachtiger, eenzamer, hadden meer lichamelijke klachten en een lagere zelfwaardering dan leeftijdsgenoten zonder individueel geheim. Het delen van geheimen heeft daarentegen positieve gevolgen - adolescenten met gedeelde geheimen geven blijk van een grotere sociale vaardigheid. Hoewel het hebben van een geheim niet per se schadelijk hoeft te zijn, lijkt het toevertrouwen van een geheim aan ten minste één persoon nadelige gevolgen helpen voorkomen. Bovendien kan het sociale voordelen opleveren.
Tom Frijns promoveerde op 22 februari aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor meer informatie over zijn proefschrift Keeping Secrets. Quantity, Quality and Consequences: www.vu.nl.
Bron: www.vu.nl