Eerst past ons bescheidenheid. Opvoeding en pedagogen hebben hoop nodig. Maar hoop waarop dan? De dichter Tagore verwoordt hoop spiritueel: ‘Elk nieuwgeboren kind brengt de boodschap dat God de hoop in mensen niet heeft verloren.’ Meer praktisch: de socioloog Elias toonde aan dat de ontwikkeling van civilisatie in Europa gedreven werd doordat, kort gezegd, mensen beseften dat andermans belang hun eigen belang is. Civilisatie en daarmee hoop op een betere toekomst voor kinderen versterken kán dus wel. Daarvoor zijn opvoeders en pedagogen met moed tot civiliseren nodig. Niet alleen zij, maar iedereen, ook politici, journalisten, kunstenaars, ... moet zijn verantwoordelijkheid nemen door hoop op een betere samenleving te benadrukken.
Tegelijkertij d moeten we onverbloemd erkennen wat er in allerlei pedagogische instituties misgaat en beseffen dat we in menige pedagogische aanpak boter op ons hoofd hebben. Moed tot civiliseren gaat immers niet zonder (professionele) zelfkritiek.
Dit nummer van PiP bevat artikelen over zowel kommer en kwel als initiatieven en praktijken om dit te verbeteren, als voorbeelden van moed en hoop. Niet om het levenspad voor de jeugd – en hun opvoeders – zorgeloos glad te strijken, want het leven gaat niet over rozen. Maar wel om kinderen toe te rusten om zelf bij te dragen aan een rechtvaardige samenleving.
In het startinterview vertelt Movisie-medewerkster Marjet van Houten over haar schokkende ervaringen met de jeugdhulp voor haar zoon. Na een jeugd van stagnatie, exclusie en niet-passende hulp kon zij n ontwikkeling alleen op gang komen doordat zij zelf moedig wegen vond die wel tot doelen leidden. Met die ervaring ondersteunt ze nu andere ouders in de zoektocht naar wat hun buitengesloten kind kan helpen. Inge Egberts en Lisette van der Poel willen moedig bouwen aan vakkundig ingrijpen bij kindermishandeling en huiselijk geweld. Dit naar aanleiding van onderzoek naar meer ruimte voor signaleringsvaardigheden van kindermishandeling en huiselijk geweld in het hogeschoolcurriculum. En in een van de onderzoeksartikelen schrijven Marieta Rosendaal en Rosalina Boer over de hoopgevende meerwaarde van een hbo-pedagoog op basisscholen. Tot slot pleit Lian van den Berg als student pedagogiek voor meer aandacht voor de achtergrond van de dader in de loverboyproblematiek. Een visie met lef.
Moed en hoop vinden we ook in het onderwijs. Ellen Rohaan beschrijft een initiatief waarbij Tilburgse basisschoolkinderen een aantal dagen het klaslokaal inruilden voor het bos. Yvonne Leeman geeft een mooi sfeerbeeld in een Amsterdamse schoolklas waar leerkracht Maria een praxis heeft ontwikkeld van cognitief én sociaal leren. Ook Marian ter Haar schrijft over een ‘anders dan cognitieve’ didactische aanpak: boksend opvoeden voor meer zelfvertrouwen, veerkracht, zelfkennis en begrip voor anderen. En Christian van Houwelingen en Jacques Dane beschrijven honderd jaar oude schoolplaten van toenmalig Palestina als een hoopvolle spiegel voor het actuele regionale conflict.
Verder in dit nummer twee bijdragen over social media. Nick van Hummel kreeg een vraag over de geschikte leeftijd voor een smartphone. Hij geeft er een mooie draai aan. Hanske Douwenga heeft het over ouders en de verleidingen van Big Tech. Ze wil een digitale pedagogische basis, waarin kinderen niet alleen thuis maar ook online gezond kunnen opgroeien. Tot slot weer veel mooie en afwisselende rubrieksbijdragen, onder andere van onze nieuwe jeugdhulpcolumniste Willemien van der Gaag, die het stokje heeft overgenomen van Marten Bergwerff.
Hopelijk leidt al deze informatie tot een diepergaand begrip van de kommer en kwel in het heden en tot hoop, inspiratie en moed voor pedagogisch handelen.
Bob Horjus
Redactioneel PIP 141. Bestel het nummer of een los artikel online via Pedagogiek Digitaal of word abonnee en ontvang o.a. een boek naar keuze en kortingen op geselecteerde bijeenkomsten!