Boksen kan jongeren vertrouwen geven in zichzelf en hun omgeving: ze doen er positieve en nieuwe ervaringen mee op. Dat gebeurt zeker bij Boksend Opvoeden (zie kader op pp. 25-26), ontworpen door Annie Joosten-Lamey. Ik ontmoette haar zeven jaar geleden in mijn rol als projectleider van het onderzoeksprogramma Vechtende Jongeren van het Kenniscentrum Sport & Bewegen (KCS&B). Annie vroeg ondersteuning bij de theoretische onderbouwing van haar methode. Het KCS&B erkende de methode als ‘goed beschreven’, wat voor snelle verspreiding zorgde.
Hoe het ervan kwam
Voor Annie is niets in haar leven vanzelfsprekend. Haar Ethiopische vader en Nigeriaans-Libanese moeder leefden gescheiden en op haar zevende verhuisde ze met haar moeder vanuit Londen naar Diemen. Ze slaagde erin om klassenassistent en leerkracht te worden en ging in het speciaal onderwijs werken. Omdat dit zwaar voor haar bleek, begon ze met boksen voor ontlading en veerkracht. Dat ging fantastisch; ze deed wedstrij den en stond zeventien keer in de ring. In 2010 was ze Nederlands kampioen. Boksen geeft haar veerkracht, weerbaarheid en groeiend vertrouwen in haar ontwikkeling. Als leerkracht zag ze dat boksspellen ook de leerlingen hielpen en ging ze deze spellen in de lessen integreren.
Naast haar werk in het voortgezet speciaal onderwijs ontwikkelde Annie Boksend Opvoeden en sinds 2022 is ze daar fulltime mee bezig. Volgens Annie is boksen populair geworden onder de jeugd. Omdat boksen een contactsport is, vinden pubers het spannend én aantrekkelijk. Annie: ‘Als je de gezichten ziet als ze de handschoenen aantrekken, dat is een feest, ze groeien centimeters. Jongeren vinden het cool, dat is een sterke trigger.’ Bovendien stimuleren ouders met een migratieachtergrond het boksen, omdat zij het disciplinerende karakter van vechtsporten kennen en waarderen.
Lees hier het artikel of de complete PIP via Pedagogiek Digitaal of word abonnee.