Pedagogiek
in praktijk

"INVESTEREN IN EEN PEDAGOGISCHE BASIS" (REDACTIONEEL PIP 132, 2023)

Een paar maanden geleden, in april, kopten alle kranten dat volgens het kabinet te veel kinderen psychische hulp krijgen. Staatssecretaris Van Ooij en (VWS, Jeugd) wil dat er een einde komt aan de ‘grenzeloze groei’ van het aantal ouders en kinderen die professionele hulp vragen. Deze groei is niet meer te organiseren en niet meer te betalen, maar hij stelt dat we het vooral niet moeten willen.

 Van Ooij en nodigde iedereen uit het maatschappelijke debat met hem te starten tijdens een reeks fysieke bijeenkomsten en op sociale media. Hoewel er brede consensus bestaat dat er veel mis is met het huidige systeem van jeugdhulp, vielen velen over zijn woorden: ouderverenigingen, hulpverleners, patiëntenverenigingen, zorgaanbieders, noem maar op. Maar wat beoogt Van Ooij en nu met deze oproep tot een maatschappelijke discussie? Weet hij niet dat die allang gevoerd wordt?

Een tweetal zaken valt op. Ten eerste is het halt toeroepen aan (psychische) hulpverlening aan kinderen en jongeren een doelstelling in de Jeugdwet uit 2015 en is dat toen ook niet zomaar uit de lucht komen vallen. In het interview in deze PiP met emeritus hoogleraar Micha de Winter geeft hij helder aan dat al decennialang sprake is van een ‘gat in de opvoeding’ als gevolg van het wegvallen van een sterk sociaal weefsel in de samenleving. En dit ‘gat’ wordt niet vanzelf gedicht. De oproep van Van Ooij en is dus feitelijk k een oproep aan zichzelf om de wet uit te voeren en te gaan investeren in een pedagogische basis rondom kinderen en gezinnen.

Ten tweede valt op dat Van Ooij en exact een jaar geleden geen oproep voor een maatschappelijk k debat deed, maar aankondigde dat de jeugdzorg op de schop zou gaan, hij prioriteit zou geven aan de meest kwetsbare kinderen en marktwerking wilde beperken (NPO Radio 1, 13 mei 2022). Anno 2023 wordt volgens Van Ooij en te vaak een oplossing gezocht bij de overheid en bij de jeugdzorg. Er moet vaker nee worden gezegd tegen ouders en kinderen die een beroep doen op de jeugdzorg. Vragen over prestatiedruk horen niet bij jeugdzorg – een prestatiedruk die ook nog eens groeit vanwege zelfdiagnoses via TikTok. Van Ooij en stelt weliswaar dat vragen en twij fels horen bij opvoeden en opgroeien, maar durft niet een fundamenteel debat te starten over het waarom en hoe van opvoeden. Dat doet Lieselot De Wilde in haar artikel over beelden van kinderen wel. Daarin beschrijft zij pedagogische vraagstukken expliciet als ethische en sociale vraagstukken. Ze wil niet alleen de noodzaak van pedagogiek, de pedagogische basis en de pedagogische stem in het maatschappelijke debat versterken, maar plaatst tegelijkertijd vraagtekens bij het huidige debat over opvoeding en onderwijs. 
 
Met dit themanummer over de pedagogische basis willen we bijdragen aan het versterken en terugbrengen van het pedagogische perspectief in onderwijs, jeugdhulp, beleid en het maatschappelijk debat. In het artikel van Geeris en Hoex wordt de versterking van de pedagogische basis beschreven en als opdracht voor lokale beleidsmakers en gemeenten gedefinieerd. Het artikel laat de dynamiek en complexiteit van het zoeken naar een pedagogische basis zien met inkijkjes in de praktijk van vier organisaties. Gezinnen in een pedagogische basis bestaan niet in een sociaal vacuüm, maar ouders zijn wel veelal de primaire opvoeders van een kind, ook als het kind opgroeit in een gescheiden gezin. Met een artikel van Rianne van Dijk besteden we in dit themanummer aandacht aan gezinsdynamiek en gezinsrelaties na een scheiding.
 
Een pedagogische basis kent naast de aanwezigheid van sociale relaties met ouders en mede-opvoeders ook een fysieke component: de leefomgevingen waar kinderen en jongeren opgroeien. Aanwezigheid van voorzieningen, ruimte om te spelen en een ‘gezond klimaat’ zijn factoren voor gezond opgroeien. Omdat je als mens interacteert met de omgeving, zou je volgens een duurzaamheidspedagogiek die Van Schaik in haar artikel beschrijft, verantwoordelijkheid moeten nemen voor die omgeving. Kinderen leren in een alledaagse activiteit dat menselijke activiteit effect heeft op het niet-menselijke en andersom. De oproep van Van Ooij en biedt weinig perspectief zolang de pedagogische basis niet op orde is. Het ‘gat in de opvoeding’ wordt niet vanzelf gedicht als er geen goede pedagogische basis is in het onderwijs, de wijk, de jeugdhulp enzovoort. In dit themanummer over de pedagogische basis laten we daarom ook de stem van studenten Rodrigues en Aarendonk horen, de pedagogen van de toekomst. Zij kunnen niet alleen de stem van jongeren laten horen, maar ook nieuwe perspectieven voor jeugd bieden. We sluiten hiermee aan bij Micha de Winter, die ons interview met hem afsluit met de woorden: ‘Ik heb heel veel vertrouwen in het kritisch vermogen van jonge mensen, van ouders en professionals […] daar ligt mij n hoop.’

Dorien Graas en Maartje van Dijken (redactieleden)

Redactioneel PIP 132. Bestel het nummer of een los artikel online of word abonnee en ontvang o.a. een boek naar keuze en kortingen op geselecteerde bijeenkomsten! 



Naar homepage