Pedagogiek
in praktijk

Het drama van de onderadvisering. (REDACTIONEEL PIP 121, 2021)

Het afgelopen half jaar was er volop discussie over onderadvisering van leerlingen met een migratieachtergrond. Van de HUMAN-televisiedocumentaire Klassen staat velen het adviesgesprek met Yunuscan nog helder voor de geest. Yunuscan wilde zó graag, maar nee, havo zat er niet in en nee, het advies kon niet worden bijgesteld.
Het drama van de onderadvisering. (REDACTIONEEL PIP 121, 2021)


Je kan alles bereiken wat je wil. Als Yunuscan naar de universiteit wil, dan duurt het wat langer. Maar dat geeft toch niet. Dan heeft hij die tijd ook nodig. De betrokkenheid van de leerkracht is boven elke twijfel verheven. Maar of haar advies in het belang van Yunuscan is, valt wel degelijk te betwijfelen.

In 2007 gaf de Tweede Kamer de Inspectie opdracht om nader onderzoek te doen naar aanleiding van de in Amsterdam gesignaleerde onderadvisering van allochtone leerlingen. Dat onderzoek leverde het geruststellende resultaat op dat er bij gelijke resultaten op de eindtoets basisonderwijs geen verschil was in de advisering van allochtone en autochtone leerlingen, noch in de grote, noch in de kleine gemeenten. In het schooljaar 2014-2015 trad de Wet eindtoetsing primair onderwijs in werking, waarin het advies van de school leidend werd. Tot dan toe was de eindtoets bepalend geweest. Er was al heel lang op verandering aangedrongen op grond van de vooronderstelling dat de leraar nu eenmaal een beter beeld van de ontwikkeling van de leerling heeft dan de smalle basis van de eindtoets bieden kan. Als de later afgenomen eindtoets hoger uitvalt, kan het advies worden bijgesteld. Bij de evaluatie van de wet in 2019 constateerde minister Slob dat die kans op bijstelling in het geval van leerlingen van lager opgeleide ouders kleiner was. Hoger opgeleide ouders blijken beter in staat om leraren van het belang van bijstelling te overtuigen. De minister was er niet van overtuigd dat een eerdere afname van de toets de kansengelijkheid zal bevorderen. Hij sprak de vrees uit dat dat zou leiden tot een toename van toetstrainingen, waarvan opnieuw kinderen van hoogopgeleide ouders profiteren. De slotsom was dat het advies van de leraar leidend bleef. Vertrouwen in zijn professionaliteit gaf de doorslag.

‘Op papier is het inderdaad vwo-advies. Maar uw zoon is allochtoon, meneer Özdil, hij gaat het moeilijk krijgen. Laten we rustig beginnen met havo. Dat gesprek met mijn PvdA-stemmende Rotterdamse schoolhoofd in groep 8 zal ik nooit vergeten. Gelukkig was mijn pa mondig. En na heel wat geruzie liepen we alsnog weg met een vwo-advies.’

Zo begint de vlammende aanklacht van historicus en oud- Tweede Kamerlid voor GroenLinks Zihni Özdil (1981) in de Volkskrant van 21 april 2021 tegen wat hij de giftige wurggreep van wit progressief Nederland noemt. Hij hekelt met tal van voorbeelden de ‘kwezelarij der lage verwachtingen’. Hij prijst zijn christelijke, conservatieve leraar Nederlands op het Erasmiaans Gymnasium die hem langs dezelfde hoge meetlat als zijn medeleerlingen legde, zodat hij als kleinzoon van een geitenhoeder foutloos Nederlands leerde spreken en schrijven. Hij schreef zijn aanklacht naar aanleiding van de discussie over de plannen van de Universiteit van Hull om geen foutloze taal meer te eisen, omdat dat studenten van kleur zou belemmeren.

Anderhalf jaar geleden, in PiP 112, maakte Saskia Grotenhuis in haar longread over het gelijke-kansendebat aannemelijk dat de problemen alleen maar kunnen worden opgelost met een middenschoolachtige aanpak. Het valt het te hopen dat de zorgvuldige analyse die ten grondslag ligt aan het recente Onderwijsraadadvies onder de titel Later selecteren, beter differentiëren de aandacht krijgt die het verdient. Na de basisschool volgen drie brugklasjaren, waardoor het probleem van de externe differentiatie, het mogelijk te vroeg opsluiten van leerlingen in een verkeerde vorm van voortgezet onderwijs, wordt voorkomen. Door goede interne differentiatie zal er daarnaast voor worden gezorgd dat de kinderen die grote cognitieve uitdagingen aankunnen, daar op de basisschool al mee worden geconfronteerd. Ik ben benieuwd of Zihni Özdil en al die anderen die zijn negatieve ervaringen delen, er vertrouwen in hebben. Het is zeer de vraag of er politiek een meerderheid voor de plannen te vinden zal zijn. In de kringen van het categoriaal gymnasium – door Michael Merry het door de Nederlandse overheid bekostigde Eaton gedoopt – maakt men zich er niet al te druk over.

Op 21 april promoveerde Karen Heij in Tilburg op het proefschrift Van de kat en de bel. Tellen en vertellen met de eindtoets basisonderwijs. Haar slotsom luidt dat de eindtoets en het daarmee samenhangende kwaliteitsoordeel van scholen door de overheid vooral bijdragen aan een verdere bevestiging en verharding van de bestaande maatschappelijke ongelijkheid. Toch stemt zij niet onverkort in met de voorstellen van de Onderwijsraad. De gewraakte selectieve eindtoets in groep 8 van het basisonderwijs wordt dan wel afgeschaft, maar de interne differentiatie zal op grond van voortdurend gestandaardiseerd testen geschieden.

Lees de complete PIP of losse artikelen via Pedagogiek Digitaalword abonnee of bestel hier het nummer in print



Naar homepage