Pedagogiek
in praktijk

Twaalfduizend tieners verslaafd aan online gamen

Zo’n twaalfduizend Nederlandse jongeren in de leeftijd van dertien tot zestien jaar zijn verslaafd aan online gamen. En naar verwachting zal deze groep gameverslaafden in de toekomst alleen maar toenemen. Dit blijkt uit een onderzoek van Tony van Rooij.

Het onderzoek voerde hij uit op scholen onder begeleiding van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC. Op 11 mei promoveert Van Rooij op dit onderzoek.

Moeilijk stoppen met spelen
De verslaafde tieners, vrijwel allemaal jongens, gamen gemiddeld bijna acht uur per dag. Ze kunnen moeilijk stoppen met het spelen van online games, spelen meer dan ze van plan waren, slapen te weinig door het gamen, denken dat ze eigenlijk minder zouden moeten gamen en hun huiswerk lijdt eronder. Van Rooij verwacht dat deze groep gameverslaafde tieners alleen maar toeneemt. Uit het onderzoek blijkt dat van alle activiteiten op het internet online gamen het meest verslavend is. Daarnaast raken videogames en digitale technologie steeds meer in onze levens verweven.

Negatieve gevolgen
De gameverslaafde tieners kunnen negatieve gevolgen van de verslaving ervaren. Ze hebben bijvoorbeeld meer gevoelens van depressie, eenzaamheid, angst om zich in een sociale omgeving te bevinden en een negatiever zelfbeeld, concludeert Van Rooij. Online gamers die goede vriendschappen hebben, zowel online als in het echt, lijken iets minder last te hebben van deze negatieve gevoelens. Dit is zelfs het geval bij ernstig gameverslaafden. Het werkveld wordt ook geconfronteerd met de gameverslaafden. Verslavingszorginstellingen krijgen de laatste jaren met enige regelmaat te maken met gameverslaafde jongeren. Ook preventiemedewerkers op scholen krijgen steeds meer vragen van ouders over hoe om te gaan met gameverslaving.

Verantwoordelijkheid nemen

Iedereen die een rol kan spelen in het voorkómen van online gameverslaving moet zijn verantwoordelijkheid daarin nemen, stelt Van Rooij. In zijn onderzoek geeft hij een aantal voorbeelden. ‘Met de opgedane kennis kunnen producenten van online videogames bijvoorbeeld hun klanten beter ondersteunen. Naar aanleiding van deze resultaten zouden ook ouders het spelgedrag van hun kinderen in de gaten moeten houden en zich meer verdiepen in wat online gamen inhoudt. Tieners zouden zelf beter kunnen bijhouden hoeveel tijd ze aan het gamen besteden. Daarnaast kunnen zorgverleners, onderzoekers en beleidsmakers deze informatie gebruiken om maatregelen te nemen ter preventie en behandeling, of om noodzakelijk aanvullend onderzoek uit te voeren.’
Therapeuten denken overigens dat gameverslaving goed te behandelen zou moeten zijn met bestaande therapieën voor de behandeling van verslavingen, aldus de promovendus.

Het proefschrift is hier te vinden.

Bron: Erasmus MC
 



Naar homepage