Pedagogiek
in praktijk

Meester Mark graaft helemaal niet door (Redactioneel PiP 92, september 2016)

De conclusies aan het einde van zijn reis door vijftig jaar onderwijs vind ik nogal slap. Veel meesters en juffen – jong en oud, gepensioneerd of net afgestudeerd – zijn het volgens Mark van der Werf roerend eens: zij hebben zo’n mooi vak, daar kan geen carrière als straaljagerpiloot, topvoetballer of filmster aan tippen.


In het onderwijs werd altijd hard gewerkt en er was net als nu genoeg om van te genieten, maar ook om over te mopperen. Als ze veel moed toonden en ergens voor bleven strijden, konden de leraren veel voor elkaar krijgen. De voorbeelden die hij daarvan geeft, gaan in meerderheid niet over de manier waarop ze hun leerlingen vooruithielpen, maar vooral over de manier waarop ze voor hun eigen positie opkwamen. Elke generatie leraren worstelt met andere zaken, aldus Mark, de huidige bijvoorbeeld met werkdruk en bureaucratie. Met de verhalen van al die meesters en juffen over ‘vroeger’ in het achterhoofd houdt hij de huidige generatie voor: ‘Leg je er niet bij neer. Kom voor jezelf op.’

Mark van der Werf vermeldt nergens hoeveel leerkrachten hij voor zijn onderzoek heeft gesproken en hoe hij ze op het spoor is gekomen. Het is heel bijzonder om met een 104-jarige terug te kunnen kijken naar het onderwijs uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw. De neerslag van al die gesprekken is helaas niet veel meer dan een aaneenschakeling van lollige anekdotes. Of het met de hoge leeftijd van de respondenten te maken heeft, of vooral iets over de jaren vijftig zegt, is moeilijk uit te maken, maar ze zijn er duidelijk trots op dat ze heus weleens stout waren. Zo werd er als ze een dagje vrijaf wilden weleens gemeld dat er ratten in de klas zaten. En toen Mario Montessori op bezoek was om het peperdure lesmateriaal te slijten, werd het in de gauwigheid nagetekend om het voor een habbekrats te laten namaken. Het gaat ook wel over de bijzondere maatschappelijke positie die de onderwijzer in die jaren naast dokter, dominee en notaris nog innam en over het lage salaris dat het harde werken opleverde, maar het gaat mij veel te weinig over de ambitie om kinderen iets bij te brengen. Dit komt volledig op het conto van Meester Mark. Mark vraagt nergens door. Als je verteld wordt dat de meeste onderwijzers in die jaren tegen slaan waren, maar volmondig toegeven dat ze het toch weleens deden, wil je toch weten hoe ze daar nu tegen aankijken. Ik ben in het hele boek maar één leerkracht tegengekomen die ergens spijt van had: Gerrit Besseling, die toegeeft in de jaren zeventig met zijn verwijsgedrag richting buitengewoon lager onderwijs misschien weleens een jongen of een meisje het perspectief op een betere toekomst te hebben ontnomen.

Maar op grond waarvan zou Mark van der Werf hebben kúnnen doorvragen? Getuige zijn bronvermelding is zijn boek vrijwel volledig op de interviews gebaseerd. De zeven andere bronnen die hij noemt, kunnen op geen stukken na een kader vormen dat zijn gesprekken de noodzakelijke diepte had kunnen geven. Als het om de veranderingen in het onderwijs in de afgelopen halve eeuw gaat, is er heel veel goed historisch onderzoek beschikbaar en wordt een aantal mogelijke oorzaken aangedragen. De turbulente economische ontwikkelingen, de eeuwig groeiende onderwijsbegroting en het daarmee samenhangende eeuwige bezuinigingsbeleid vormen daarvoor belangrijke kandidaten. In het boek van Meester Mark is het alsof de veranderingen uit de lucht komen vallen en de leerkrachten alles alleen maar overkomt. Waarom laat de interviewer Henk Penseel, die eind jaren zestig een revolutionaire vergadering van Amsterdamse kwekelingen voorzit en die de dikke verslagen een eclatant succes noemt, wegkomen met de opmerking: ‘Maar wat er nou concreet veranderde? Ik zou het bij God niet weten.’ Terugkijkend op die merkwaardige jaren zeventig waarin alles veranderde, het rooster niet meer heilig was en de inspectie alles goed vond, klinkt nergens een kritisch geluid door. Er wordt maar zo’n beetje om gelachen. Waarom wordt er niet meer aandacht besteed aan de tegenstelling met het geploeter van de leerkrachten in de buurten vol buitenlandse kinderen en alcohol- en drugsmisbuik? Waarom laat Mark van der Werf zijn respondenten alleen maar terugkijken naar hun eigen tijd in dat eigen hoekje van de samenleving, zonder hun de kans te geven om er echt op te reflecteren?

Zou de huidige generatie basisschoolleerkrachten iets hebben aan Marks oproep om je niet bij de situatie neer te leggen en voor jezelf op te komen? En hebben zij daarbij bijvoorbeeld iets aan de verhalen van hun voorgangers die zich tijdens de vorige economische crisis een salarisverlaging moesten laten welgevallen? Ik vrees dat het verzetspotentieel lager is dan ooit, maar tegen dat voorlopige oordeel mag vanzelfsprekend protest worden aangetekend.

Bas Levering, hoofdredacteur

 

Mark van der Werf (2016). Meester Mark graaft door. Op reis door vijftig jaar onderwijs. Schiedam: Scriptum. ISBN 9789463190077; 216 pagina’s; € 16,-.



Naar homepage