Pedagogiek
in praktijk

Mediawijs online. Jongeren en sociale media

Auteurs: Michiel Walrave en Joris van Ouytsel
Door: Peter Nikken

Vragen en twijfels over het mediagebruik van jongeren bij ouders en andere opvoeders zijn zo oud als de weg naar Rome. Docenten en ouders die ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw sprak, maakten zich toen ook al zorgen over ‘te veel televisie kijken’ en ‘gewelddadige series en films met een slechte invloed op de tere kinderziel’. Het huiswerk en een gezonde nachtrust zouden slachtoffer zijn van al dat letterlijke en figuurlijke mediageweld, wat zou leiden tot allerlei problemen in het opgroeien.

Momenteel leven we in een nog veel verder ‘gemedialiseerde’ en ‘getechnologiseerde’ samenleving. Overal hebben we beeldschermen tot onze beschikking, 24 uur per dag kunnen we communiceren, ons laten vermaken en ons laven aan informatie. Media zijn mobiel en individueel en vooral jongeren maken daar volop gebruik van. Voor docenten, ouders, jongerenwerkers en andere opvoeders van nu betekent dat dus nog meer zorgen, twijfels en overwegingen bij de mogelijke invloed van al die beeldschermen. Een greep uit wat ik regelmatig tegenkom: kunnen jongeren anno nu nog wel focussen en voldoende concentratie opbrengen voor huiswerk? Hebben jongeren nog wel echt contact met vrienden, wat betekenen media voor hun sociale vaardigheden? Zijn internet- en gameverslaving nieuwe stoornissen in de jongerenfase die een plek in de DSM verdienen? Als ‘gewoon’ pesten al een haast onuitroeibaar probleem is, hoe kun je dan in hemelsnaam grip krijgen op het virtuele cyberpesten? En hoe moet het met de ontluikende gevoelens van verliefdheid en seksuele verlangens, en onzekerheden over uiterlijk en bestaan bij jongeren als ze zich begeven in een schermwereld waar ook cyberpedofielen rondwaren?

Hoewel ik de ernst van dit soort opvoedzorgen en twijfels geenszins wil bagatelliseren is het wel belangrijk om het kaf van het koren te scheiden en genuanceerd te kijken. Hoe groot zijn de risico’s op het gezond opgroeien nu eigenlijk en welke voordelen van de media staan ertegenover? Opvoeden en opgroeien is altijd een zaak van vallen en opstaan waar nooit kant-en-klare receptenlijstjes voor beschikbaar zullen komen. Zorgen zullen er altijd zijn, omdat elke nieuwe opvoedcontext vraagt om nieuwe passende antwoorden. In die zin is het goed dat we als opvoeders, jeugdbeleidsmakers of docenten zorgen en twijfels uiten, maar overdrijving ligt al snel op de loer. Helaas tonen nogal wat organisaties en experts tunnelvisie en hebben ze alleen oog voor de risico’s van media, waardoor opvoeders enkel meer onzeker worden. Sommige organisaties of bedrijven in online-veiligheid moeten het overigens vooral hebben van die angst, omdat ze daarvan leven.

Serieus nemen van opvoedvragen en zorgen over het mediagebruik van jongeren betekent dus bovenal dat die jongeren en hun opvoeders serieuze steun, informatie of advies krijgen over hoe ze eventuele risico’s van media kunnen beheersen en meer kunnen genieten van de voordelen van media. Met het boek Mediawijs online. Jongeren en sociale media proberen Michel Walrave en Joris van Ouytsel precies dat te doen, in plaats van onzekerheden en angsten bij opvoeders verder aan te wakkeren.

Het boek van Walrave en Van Ouytsel behandelt zeven relevante thema’s die spelen bij het gebruik door jongeren van sociale media, of (om in de termen van de auteurs te spreken) sociaalnetwerksites: cyberliefde, sexting, grooming, cyberpesten, locatie-tracking, commercie en reclame, en onlinereputatie of -identiteit. De auteurs gaan bij elk thema uitvoerig in op wetenschappelijk onderzoek naar wat het thema is, hoe vaak het voorkomt of hoeveel jongeren er last van hebben. De auteurs laten zien dat ze dit onderzoek serieus nemen waardoor een genuanceerde context gepresenteerd wordt. Als lezer snap je waarom de sociale media zo’n sterke aantrekkingskracht hebben op jongeren, en dat het gebruik niet per se slecht is. Integendeel, Walrave en Van Ouytsel laten merken dat sociale media vooral ook juist leuk en belangrijk zijn voor jongeren in hun soms roerige fase van opgroeien tot volwassene. Tegelijk maken ze heel inzichtelijk dat lang niet elke jongere gevaar loopt, welke risico’s er soms wel kunnen zijn en wat je kunt doen om de risico’s te voorkomen of een uit de hand gelopen situatie te repareren.

Mediawijs online richt zich concreet op drie doelgroepen: jongeren zelf, hun ouders, en docenten in het onderwijs. Elk hoofdstuk sluit af met tips en aanbevelingen voor deze groepen, hoewel de driedeling niet heel consequent tot aan het eind wordt aangehouden. Dat ouders en (aanstaande) docenten en andere pedagogen de aanbevelingen ter harte kunnen en zullen nemen lijdt waarschijnlijk geen twijfel. Puntsgewijs en gedetailleerd biedt het boek allerlei concrete adviezen die hout snijden en uitvoerbaar zijn. Veel informatieve publicaties laten de lezer vaak zweven, doordat tips te algemeen blijven. Zo niet Mediawijs online. Het boek, 240 pagina’s dik, is bovendien goed leesbaar geschreven en gestructureerd opgemaakt. Zo nu en dan zijn er illustraties, grafieken of tabellen om het boek ook visueel aantrekkelijk te maken. Ik betwijfel of jongeren zelf zich in dit boek zullen verdiepen om te lezen hoe sociale media hun leven kunnen veraangenamen of belasten, en hoe ze daar dan zelf wat aan kunnen doen. Misschien kunnen de tips en adviezen in app-vorm worden omgezet. Ouders of docenten kunnen het dan in een educatieve setting met de jongeren over die mediaopvoeding-apps hebben.

 

Peter Nikken is specialist jeugd, media en opvoeding bij het Nederlands Jeugdinstituut, bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en buitengewoon hoofddocent Hogeschool Windesheim Pedagogiek, minor mediaopvoeding.

 

Walrave, M., & Ouytsel, J. van (2014). Mediawijs online. Jongeren en sociale media. Tielt: Lannoo.

 



Naar homepage