Pedagogiek
in praktijk

Staal

Auteur: Silvia Avallone
Door: Ton Notten

 

In het verlengde van mijn twintigjarige belangstelling voor steden, vooral het grootstedelijk onderwijs- en jeugdbeleid, ligt mijn passie voor (auto)biografieën. Dat ligt misschien niet voor de hand. Globalisering en dagboekerij? Worldwide, heterogene, zo niet gefragmenteerde ontwikkelingen en persoonlijke, vertrouwelijke zielenlevens? Helemaal vreemd is de relatie ook weer niet. Een (auto)biografie etaleert doorgaans de verwerking door de hoofdpersoon van de grote, maatschappelijke ontwikkelingen die haar/hem omgeven. Het verzameld werk van Elias Canetti staat voor mij voorop, net zoals de levensverhalen van vrije vrouwen als Lou Andreas-Salomé, Alma Mahler en Claire Goll. De scepsis (over de buitenwereld) en de ironie (over jezelf) zijn eigenschappen die ik waardeer bij deze auteurs. Als kin­deren van hun tijd en van hun (grootstedelijke) omgeving steken ze daar tevens bovenuit en kunnen ze erover oordelen.

 

 
 
Een Bildungsroman etaleert die verwerking expliciet. Mijn nummer 1 is De Toverberg van Thomas Mann. In een hooggelegen kliniek in Zwitserland wordt de tot watermanager opgeleide Hans Castorp vanaf zijn 23ste in een zevenjarige Grand Tour (Goethe, Schiller, Byron) omgeven door vier ideaaltypische opvoeders: de optimistische vooruitgangsfilosoof en voltairist ingenieur Ludovico Settembrini, de dogmatische Leo Naphta met zijn jezuïetenstreken, het Kaukasische jongensmeisje Claudia en de Hollandse zakenman en pragmaticus mijnheer Peeperkorn. Onzintelevisie had je in 1907 nog niet, maar de arts Behrens en zijn assistent en geestuitdrijver Krokowski voorzagen in de bijbehorende behoeften. Zeven jaar lang opgevoed worden, even nevelig-hoog als zedelijk-verheffend, om vervolgens (net als de auteur) de Grote Oorlog in te gaan. Met onbekende afloop.
Duizend bladzijden en/of (sinds 1982) een prachtfilm/dvd van Hans Geissendörfer (met onder anderen Charles Aznavour) analyseren de hele boel.
 
Een opleiding Watermanagement, je kunt er in Nederland koning mee worden. Een veel lagere blik dan die over de bergen biedt de roman Staal van de Italiaanse Silvia Avallone (1984). Zij studeerde filosofie en ze woont in Bologna. Haar jeugd lag deels in Piombino, in de provincie Livorno, Toscane – 35.000 inwoners, en bekend vanwege de aanlegsteigers voor de boten naar Elba. In het boek van Avallone leren we het (letterlijk) 'loden stadje' kennen door zijn Lucchino, de hoogovens. Smerig, levensgevaarlijk voor de arbeiders. Mannen die met elkaar moeten optrekken vanwege de gelijke risico's. Mannen die hun vrouwen en kinderen er stevig onder houden. Echte Mannen, ze houden van drank en drugs, en er zijn hun opspelende hormonen waarin de plaatselijke sekshandel voorziet. Bij hun puberzonen zit de machocultuur er al vroeg in. In Piombino daveren de ranzige tv-netten van die tycoon die jarenlang tevens minister-president was. De plaatselijke noch de regionale politiek bemoeit zich met de misstanden in en om de fabriek. Enig vertrouwen in de overheid is er niet, nog minder dan in de rest van Italië.
De schrijfster en haar roman moesten het in 2011 in Piombino zwaar ontgelden – in Italië wordt Avallone op handen gedragen. Een realistische roman of een soap? Een roman fleuve in elk geval. De twee hoofdpersonen in Staal zijn jonge meiden, net in hun puberteit, ze houden zielsveel van elkaar. Anna en Francesca delen alle geheimen, ze tasten elkaars lijven af. Ze wonen in hetzelfde grauwe appartementencomplex, waar steeds wel iets spannends te beleven valt. Genoeg ellende omgeeft hen: Anna's broer verongelukt in de staalfabriek. Francesca's vader Enrico raakt er zwaar gehandicapt en bijgevolg zijn zijn echtgenote Rosa en haar kinderen nu van zijn agressiviteit af. Rosa droomt van een echtscheiding, haar communistische vriendin Sandra weet zich geen raad met haar continu vreemdgaande man Arturo die na zijn ontslag op staande voet in de handel (nepschilderijen, vals geld) is gestapt, met naar eigen zeggen fantastische toekomstperspectieven.
Dankzij de hartsvriendinnenschap is de toon van Staal vaak luchtig, de lezer kijkt deels door hun beider brilletjes. Opgewekt dromen de meiden over later. Anna wil hogerop, ze wil dan gaan studeren, Francesca ziet daar niks in. In de verte zien ze Elba liggen, dat eiland voor sjieke toeristen; o, wat zouden zij daar graag eens naar toe gaan! (En doen ze dat ook, in het piepkleine slotdeeltje van het boek?)
Met liefde en erotiek krijgen ze breeduit te maken. Anna legt 't aan met Mattia, een vriend van haar oudere broer. Francesca baat haar schoonheid uit in een plaatselijke seksdisco, waar ook Anna's broer (23) pret heeft, tussen zijn nachtelijke jatwerk van koperleidingen door. Die liefdes en hun uiteengroeiende leefwerelden zetten de vriendschap onder druk. Tweehonderd bladzijden na het begin haten ze elkaar zelfs een beetje. Op de achtergrond krijst de tv het Twin Towers-geweld uit.
 
Een programmatische Bildungsroman zoals De Toverberg is Staal niet. Avallone: 'Ik hou van literatuur die gaat over sociale problemen, de open zenuwen van een gemeenschap, ik hou van boeken die opkomen voor de zwakkeren van de samenleving en hun een stem geven.' Mijn eerste vraag: hoeveel pedagogische hoop biedt Staal? Loopt 't goed af? Of moeten we het doen met Arthur Schopenhauer (en Johann Strauss jr.): 'Glücklich ist wer vergisst was doch nicht zu retten ist'? We sappelen maar voort.
Dan de onvermijdelijke tweede vraag: hoe komt het dat het opgroeien in zo'n rauwe stadsomgeving van sociale wetenschappers zo'n gecompartimenteerde aandacht krijgt? Waarom houden maatschappelijke vraagstukken zich niet aan de grenzen der verkavelde wetenschappen? En wat zijn die pedagogiek van vandaag, en zeker haar inmiddels zelfstandig wonende dochters, de onderwijskunde en de orthopedagogiek (SEN: special educational needs), gevoed door de doe-kunde van de RTL's, toch riskant bleke vakken geworden!
Mijn suggestie: confronteer de psycho- en de stadssociologie, de economie en de historische en de politieke wetenschappen en de pedagogiek met elkaar, zet ze hard tegen mekaar op, vlooi de grillige patronen na. Stad, (auto)biografie, romans – het zijn grensoverschrijdingen waaraan opvoedkundigen(-in-opleiding) zich veel meer zouden moeten wagen. Hun vak is, zeker in Nederland, zo eenkennig. Lees Avallone, en analyseer en interpreteer dat boek. Mogelijk hebben we d'r wat aan met het wijk-, onderwijs- en jeugdbeleid in onze Grote Steden dat weer eens op overkoken staat. Urban Education heet dat vak in Amerika al driekwart eeuw, na haar roemruchte start in Chicago en tot ver na die slimme buurtopbouwwerker in die stad, Barack Obama, 25 jaar geleden.
 
Avallone, S., Staal. Amsterdam: De Bezige Bij, € 19,90. ISBN: 978 90 234 5822 7


Naar homepage