Pedagogiek
in praktijk

Where the wild things are

Regie: Spike Jonze – Dave Eggers
door Stijn Sieckelinck

Ik zou ze niet te eten willen geven, de gezinnen of kinderdagverblijven waar Max en de Maximonsters van voor naar achter en van achter naar voor stuk is gelezen. De recente verfilming maakt nog maar eens duidelijk waarom.

Wat kan er allemaal gebeuren als je zoon- of dochterlief zonder eten naar bed stuurt? Sinds half januari draait een film over Max, een gevoelige jongen die zich niet begrepen voelt thuis. Maar het grote verdriet maakt snel plaats voor een ontembare ontdekkingsdrift.  er is geen reden om verdrietig te worden. Want er is altijd wel ergens een plek waar men wel wordt begrepen, al was het in de verbeelding. Deze prent is gebaseerd op  Max en de Maximonsters van Maurice Sendak uit 1968, misschien wel het meest atypische klassieke kinderboek ooit geschreven of beter: getekend. De tomeloze fantasie en overtuigingskracht waarmee de auteur in nauwelijks tien zinnen erin slaagt zijn prentenboek tot leven te brengen, heeft men nu voor het eerst getracht op het witte doek over te brengen. Het script samenvatten zou een logische stap zijn voor de opbouw van een recensie. In dit geval kan ik echter kort zijn: Jongetje spoelt aan op eiland bewoond door monsters; monsters kronen hem tot koning; jongetje verwezenlijkt wilde plannen, maar verliest krediet bij de monsters en vaart terug naar huis.
Maar wat deze productie bijzonder maakt is niet zozeer het verhaal als wel de energie, de kleuren, en vooral de gedurfde keuzes die zijn gemaakt om dit klassieke kinderverhaal in beeld te brengen. Er is gekozen voor een zeer fysieke benadering. De monsters hebben de gewoonte om op nogal hardhandig op elkaar te botsen, te stoeien en te stouwen. En Max, zoals het een jongetje van 9 past, doet daar maar wat graag aan mee. Daarmee vieren de makers in zekere zin de jeugdige fysiek, zonder dat er echt geweld aan te pas komt. Tegen elkaar aan botsen als de ultieme vorm van liefde. Dan zijn er de kleuren, of beter: de afwezigheid van de typische kinderfilmkleuren. Dit draagt enorm bij tot de beleving in de zaal. Wanneer het nacht is, is het ook echt donker en als de zon schijnt, doet het pijn aan de ogen. En ook de grove korrel in de beelden maakt de film realistischer dan men ooit van dit totaal fictieve, onrealistische kinderverhaal had verwacht.
Met deze film verklaart Warner Bros de oorlog aan de vriendelijke, veilige, zoete producties waar wij ook in de Lage landen te makkelijk aan ten prooi vallen: van K3 tot het Huis van Anubis.
Maar wat vonden de kinderen er eigenlijk van? Toen ik ging kijken, bestond ruim meer dan de helft van het publiek uit kinderen. Opmerkelijk was dat na het gebruikelijke gebrul tijdens de voorfilm (over de nieuwste Disney-prent) het muisstil werd in de zaal. En dat bleef het de hele film lang. Zelden meegemaakt. Wat zegt dit over hun appreciatie? Ik deed een klein onderzoekje bij de uitgang: meteen na afloop werd er fel heen en weer gekletst. Daarbij passeerden de standaard kindervragen de revue : had hij dit nu echt meegemaakt of was het allemaal een droom? hoe kon het toch dat die monsters daar woonden zonder dat iemand ze ontdekt had? En wat zou er nu gebeuren op het eiland, want wat moesten ze zonder Max? Eén reactie sprong er voor mij uit: ‘Was zijn mama dan niet blij toen hij terug naar huis kwam?’ vroeg een meisje van een jaar of tien aan haar moeder. En inderdaad, de slotscene is wellicht de meest gedurfde keuze van al: wanneer Max na zijn omzwervingen thuis komt, treft hij geen hysterisch krijsende of juichende moeder aan. De moeder van Max is vermoeid en zegt helemaal niks, gaat met haar zoon aan tafel zitten en laat uit haar blik puur geluk blijken. Weer gebeurt er helemaal niks. Dan is het verhaal ten einde. Zeker voor kinderen is dat vreemd. Want die denken bij blijdschap aan een lachend gezicht. Het was dan ook ontroerend om de moeder bij de uitgang van de bioscoop te horen uitleggen dat mensen kunnen laten zien dat ze van elkaar houden, alleen door elkaar in de ogen te kijken. Ik hoorde de pedagoog in mezelf denken: als een film dit voor mekaar krijgt, dan hebben opvoeders en ouders er een partner bij, en wel een ontzettend leuke. Tegelijk is deze film een fantastische kritiek op de pedagogiek: Max vindt niet voor niks pas zijn draai, wanneer hij los is van ouders en de gewone wereld. Maar de breuk is nooit definitief. Doordat hij uiteindelijk terug naar huis keert, is ‘de opvoeding’ alleen even opgeschort, maar niet afgeschaft. Een ‘time out’ heet dat tegenwoordig in de opvoedondersteuning.         
  Maar wat belangrijker is voor u: ‘er is eindelijk nog eens een kinderfilm in de bioscoop om als volwassene ongegeneerd mee weg te dromen. Daarom alleen al is de film de moeite van het bezoeken waard: ‘Where the wild things are’ is niet in de eerste plaats een kinderfilm, maar een film voor volwassenen om hun eigen (verloren) kindertijd nog eens ten volle te herbeleven. En dat kan wellicht nooit kwaad voor een ouder of professional in de opvoeding.

http://wherethewildthingsare.warnerbros.com/.


 



Naar homepage


Stijn Sieckelinck,

Relevante categorieën: