Pedagogiek
in praktijk

Lotte en de beer. Voor kinderen die niet makkelijk praten

Auteur: Martine Delfos
Door: Sieneke Goorhuis-Brouwer

Het prentenboek Lotte en de beer van Martine Delfos is onderdeel van een therapeutische kinderboekenserie. Deze serie vraagt de aandacht voor allerlei problemen waarmee kinderen in aanraking kunnen komen, zoals de dood of verslaving van een ouder. Ook eigen problemen komen aan bod, zoals angst, druk gedrag en autisme. Lotte en de beer is bedoeld voor kinderen die niet makkelijk praten: zij die het praten pas laat ontwikkelen (taalontwikkelingsstoornis), die niet durven praten (selectief mutisme) of kinderen met uitspraakproblemen (taalproductie- of articulatiestoornis).

Lotte en de beer is een erg mooi boekje voor kinderen die selectief mutisme vertonen. Deze kinderen durven niet te praten omdat ze angst hebben voor bepaalde situaties waarin ze moeten spreken of voor personen tegen wie ze moeten spreken. Door zich te identificeren met Lotte en de beer kan het kind zelfvertrouwen opbouwen. Het is een mooi verhaal dat kinderen zeker zal aanspreken. Het meisje Lotte sluit vriendschap met een lieve, bruine beer. De beer is dapper en slim, maar ook een beetje verlegen, net als Lotte. De beer is ook niet alleen maar dapper en slim, maar hij heeft ook een schouderbult. Hij denkt dat de mensen hem daarom niet aardig vinden. Maar Lotte vindt de beer aardig en de schouderbult helemaal niet gek: ze vindt het een aaibult. Kortom, Lotte en de beer geven elkaar zelfvertrouwen en daardoor ruimte om te groeien. Het is een echt kleuterboek dat past bij de magische denkwereld van die leeftijd.

Op de tekstpagina’s staat in een apart blokje een toelichting op de leestekst voor ouders en begeleiders, zodat zij inzicht krijgen in de aard van het probleem en het kind daardoor beter kunnen aanvoelen en begeleiden.

Voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen en articulatieproblemen vind ik het boek minder geschikt. Deze problemen zijn namelijk niet altijd te verhelpen met begrip en het opbouwen van zelfvertrouwen. Taalontwikkelingsstoornissen en articulatieproblemen hebben soms ook een medische achtergrond. Het kan zijn dat een kind niet goed hoort en een hoortoestel nodig heeft of dat een medische ingreep nodig is. Mogelijk is er een afwijking aan de spraakorganen, waarvoor eveneens een medische ingreep nodig is. Het kan ook zijn dat een taalontwikkelingsstoornis samenhangt met de cognitieve ontwikkeling.

Lotte en de beer is een zeer sympathiek boekje. Het is alleen voor slechts een kleine groep kinderen ‘die niet makkelijk praten’ therapeutisch bruikbaar. Hierbij denk ik aan zeer verlegen kinderen en kinderen met selectief mutisme. Voor kinderen met andere spraaktaalproblemen zal meer specifieke paramedische of medische hulp nodig zijn.

Martine Delfos (2014). Lotte en de beer. Voor kinderen die niet makkelijk praten. Amsterdam: Nino/SWP.



Naar homepage